Hierin stelden de ondertekenaren o.a.:
"Dat zij, in aanmerking nemende de belangen hunner gemeente, te rade zijn geworden
Uwe Majesteit eerbiedig te naderen, ten einde Haar nopens de benoeming van zijn op
volger te adiëren.
Dat zij als bijzonder geschikt voor die betrekking beschouwende den Heer Dignus
Pieter Dominicus, die reeds sedert 1851 den post van Secretaris dezer gemeente bekleedt
en gedurende al dien tijd in één geest met den overleden heer W.J. Janssen heeft zamen-
gewerkt tot bevordering der belangen onzer gemeente.
Dat de heer D.P. Dominicus in hooge mate de achting, het vertrouwen en de liefde zijner
medeburgers geniet, daar hij zich steeds als een hulpvaardig, voor ieder toegankelijk
gemeente-ambtenaar heeft doen kennen." 10)
Op 12 april werd dit nog gevolgd door een adres van dezelfde strekking, ondertekend door 13
inwoners van het tot de gemeente Kruiningen behorende Hansweert.
Het is niet uitgesloten dat al deze activiteiten inderdaad nodig waren, want wat te denken van
de volgende reactie?:
"17 april 1872.
Aan zijn Excellentie de Commesaris des Konings in de provincie Zeeland.
Geef met verschuldigden eerbied te kennen dat een inwoner der gemeente Kruiningen
namens vele zijner medeburgers de vrijheid tot Uwe Excellentie te komen met het eer
biedig verzoek om de heer D.P. Dominicus niet te benoemen als burgemeester van
Kruiningen, redenen dat die persoon te veel posten bekleed, handelaar is in steenkolen,
wijn en likeuren en ook niet bemind is in onze gemeente, omdat hij onder meer geen uit
betalingen doet of geregeld werkt, dat de handteekeningen gesteld op zijn request meest
van arbeiders zijn of ambachtlieden die tot teekenen gedwongen zijn, terwijl de raad en
al de gegoede ingezetenen geweigerd hebben te teekenen, dat wij zoo de benoeming
nrogt plaats hebben eene familieregering tegemoet zien die niet dan nadeelig werken kan
op onze gemeente.
In een woord, zijn Excellentie helpt ons opdat we een onafhankelijk persoon krijgen.
Mogt ge twijfelen aan dit mijn schrijven, o wat ik U Excellentie bidden mag, wend U
zelve tot onze gemeente en ge zult hooren dat wij met angst zijne benoeming tegemoet
zien.
U nederigen dienaar.
(w.g.) onleesbaar." 11)
Voordracht van de Commissaris des Konings
De Commissaris des Konings, Mr. R.W. baron van Lijnden, wiens taak het was om voor de
Minister van Staat en van Binnenlandse Zaken een voordracht op te stellen, op grond waarvan
een burgemeestersbenoeming voor Kruinigen en voor Schore kon plaats vinden, had waar
schijnlijk stof tot overdenken voldoende. Naar de burgemeestersfunctie te Kruiningen had o.a.
ook gesolliciteerd Mr. Karei Rembges, advocaat, wonende te Kruiningen en zoon van de nota
ris en wethouder A.W. Rembges. Voor de burgemeestersfunctie te Schore was naast D.P.Domi
nicus de meest serieuze kandidaat H. van Koeveringe, landbouwer en wethouder te Schore,
wiens kandidatuur gesteund werd door een adres, ondertekend door het merendeel van de
meerderjarige mannelijke inwoners van Schore.
De voordracht van de Commissaris, voorzien van een zeer uitvoerige toelichting, was reeds op
26 april gereed en hield voor Kruiningen de aanbeveling in, om D.P.Dominicus te benoemen
74