Grafzerk van Adrianus Mooij en zijn tweede echtgenote Maria Schravesande op de algemene begraafplaats te Wemeldinge. (Foto, J. Bitter te Goes). Budding hun iets geleerd had. De Christelijk Evangelische diakonie werd herhaaldelijk aan de Hervormde ten voorbeeld gesteld. De Wemeldingse gemeente hielp in 1881 de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland mee oprichten en toonde hierin dat men niet aan de leiband van de Goese gemeente wilde lopen, want daar hield men zich nog lange jaren van deze bundeling van gelijkgerichte vrije gemeenten afzijdig. Hiermee, geachte aanwezigen, ben ik eigenlijk aan het einde van mijn onderwerp gekomen. Het kerkje van Adriaan van Velzen, zoals de gemeente in de volksmond werd genoemd, had zijn pionier verloren, en werd voortaan: het kerkje van dominee Mooij. De lotgevallen van de volgende jaren, waarin de gemeente bijna de helft van haar leden naar Amerika zag emigreren kunnen buiten beschouwing blijven. Maar nog één feit dient gememoreerd. In 1886 was ds. Mooij ziek en een vervanger om de kerkdienst te leiden was niet aanwezig. Wat te doen? De kerkeraad vervoegde zich aan de deur van Adriaan van Velzen en verzocht hem te willen voor gaan, zoals vroeger. En Adriaan van Velzen vergat zijn wrok en kwam! En hij preekte twee maal, in zijn eigen kerkje, en bediende er het Avondmaal als vanouds. Hoewel hij door ds. Ruysch van Dugteren berispt werd om wat deze noemde dit stotend verschijnsel, moet het hem goed gedaan hebben en zijn medestanders van vroeger niet minder. Toen hij twee jaar later stierf was ds. Mooij op zijn begrafenis. 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1980 | | pagina 103