Een voorbeeld vond ik in de Goesche Courant van vrijdag 8 maart 1867, waarin het volgende berichtje was opgenomen: 'Naar wij vernemen vertrekt van hier ook een inwoner der gemeente om dienst te nemen onder de pauselijke Zouaven. Uit het eiland zijn er vroeger reeds eenigen vertrokkenHet betrof hier Pieter Bruchetto, geboren te Gaast (dus ook niet beschreven in het artikel van Van Nispen). Gaast bleek achteraf een verschrijving, het moest Goes zijn. De anderen uit het eiland die reeds dienst hadden genomen waren Pieter Rosseel en Barend Rijk beiden uit Overzande en Cornelis de Baar uit Baarsdorp. In 1867 was de sterkte van het pause lijk leger ongeveer 10.000 man, 5.000 lagen te Rome, compleet met Ij* artillerie en cavalerie, 2.000 te Veile- korps vernomen, maar ik dacht dat die berigten overdreven waren. Nu ben ik zelf ooggetuige geweest en kan uw aller moed, volhouding en tegenwoordigheid van geest in het heetst van de strijd niet genoeg bewonderen Een heel andere kijk op zoeaven kregen we voorgeschoteld in diezelfde courant in de editie van 10 december 1867. Onder de kop Buitenland kon men de navolgende definitie van zoea ven lezen. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1980 | | pagina 12