Cornelis werd geboren te 's-Heer Arendskerke op 13 januari 1840 als zoon van Jan Knuyt,
geboren te Baarland (1802) en Jannetje Boonman (1802).
Beide ouders overleden te 's-Heer Arendskerke respektievelijk in 1881 en 1872.
Hij is de enige zoeaaf uit ons gebied, die in vreemde krijgsdienst op vreemde bodem stierf,
zij het niet direkt door oorlogshandelingen.
Het bidprentje geeft overigens de Zeeuwse schrijfwijze van zijn naam te zien.
Niet bekend is of het gezin te 's-Heer Arendskerke (dorp), Nieuwdorp, Noord-Kraayert (la
tere Lewedorp), Wissenkerke of's-Heer Hendrikskinderen woonde.
10. Johannes Langemaire
Matriculenummer 8155.
Joannes Langemaire, geboren te Nisse op 26 augustus 1850.
Hij werd pauselijk zoeaaf op 13 november 1868. Hij kreeg ontslag tot herstel van zijn gezond
heid op 18 juni 1869.
Johannes werd geboren te Nisse op 26 augustus 1850 als zoon van Willem Langemaire en Cor
nelia Uiterhoeve.
De gezinssamenstelling was als volgt:
Cornelis (1846 - 1846), Cornelia (1849 - 1849), Cornells (1848 - 1852), Johannes (1850),
Cornells (1853), Anthonette (1854), Catharina Maria (1856 - 1856), Daniël (1858), Maria
Magdalena (1861), Marinus (1863), Jan (1864) en Catharina Maria (1866). Let u even op de
kindersterfte in één gezin.
Nadat Moeder Cornelia in 1858 was overleden, verhuisde het gezin naar Heinkenszand. Hier
huwde vader Willem opnieuw, nu met Joanna Pantus, geboren te Overzande (1830). In 1866
overleed ook Willem, waarna het gezin verhuisde naar 's-Hèerenhoek.
Johannes had toen het gezin reeds verlaten om als wagenmakersknecht te gaan werken in
Baarland en later bij zijn oom Matthijs Uiterhoeve te Ovezande.
Per 1 mei 1873 vertrok hij vanuit Ovezande naar 's-Heer Arendskerke doch is daar niet terug
te vinden (12).
11. Jan Leeman
Matriculenummer 3922.
Joannes Leeman, geboren te 's-Heerenhoek op 16 maart 1837.
Hij was pauselijk zoeaaf van 6 april 1867 tot 31 december 1868.
Hij nam deel aan de veldtocht van 1867 en werd onderscheiden met het Mentana-kruis. Tij
dens deze campagne heeft hij veel ontberingen moeten doorstaan. In een brief van 6 februari
1868 schrijft hij: 'Met November hebben wij het zeer druk gehad om dienst te doen zoo gij
ook wel vernomen zult hebben, toen ben ik geen maand uit mijn kleeren geweest en altoos
maar onder de bloote lucht geslapen, toen heb ik eene koud gevat waarmee ik in het hospi
taal gegaan ben
Bij zijn vertrek naar Rome was hij zeer gezond en sterk. Tengevolge van een opgelopen long
ontsteking was hij zo verzwakt, dat hij voor herstel van zijn gezondheid met drie maanden ver
lof naar huis werd gezonden.
22