Budding was er tegen en werd tenslotte afgezet. Nog een ander element speelde daarbij een
rol, de psalmen van Datheen. Budding hield daaraan onverkort vast. De gemeenten wensten
de psalmberijming van 1773.
Budding ging zijns weegs, met enkele getrouwen. De overigen, in Goes, dienden een verzoek
om erkenning in, welke erkenning bij K.B. van 21 januari 1841 werd verleend (5).
Toch keerde hiermede de rust op het kerkelijk erf niet weer. Alom in den lande werden 'ge
meenten onder het kruis' gesticht. De term onder het kruis wil zeggen, dat men beslist geen er
kenning door de overheid wenste. Men erkende slechts Christus als Koning.
In 1866 werd er ook één in Goes gesticht. De lidmaten noemden haar 'Gereformeerde Ge
meente'. Ze staat ook bekend als 'oud-Gereformeerde Gemeente onder het kruis'. Ze werd
gesticht door een groepje mensen dat zich klaarblijkelijk nergens meer thuis voelde. Ze waren
afkomstig uit de Hervormde Kerk, de volgelingen van Budding en de Chr. Afgescheiden Ge
meente.
De gemeente was geen lang leven beschoren. Reeds in 1869 verenigde zij zich op grond van be
sluiten van de Synode van de Afgescheidenen te Middelburg en die van de kruisgemeenten te
Amsterdam, met de plaatselijke Afgescheiden Gemeente tot de Christelijk Gereformeerde Ge
meente. In 1892 werd dat de Gereformeerde Kerk van Goes, niet meer dan een naamswijzi
ging, omdat de kwestie van de 'dolerenden' in Goes nauwelijks een rol speelde.
Mag het enerzijds merkwaardig aandoen dat de kruisgezinden er mede akkoord gingen in een
erkend kerkgenootschap op te gaan, anderzijds was het zo, dat er leerstellig nauwelijks ver
schillen waren.
Bij de Goese Kruisgemeente willen wij in dit artikel verder stilstaan.
Ontstaan van de gemeente
Haar oorsprong ligt in de 'tent der samenkomst', een van binnen geheel rood geschilderde
boerenschuur te Kattendijke, eigendom van C.Dominicus (6).
Onder diens leiding verenigde zich een groep 'verstrooiden', met het doel een nieuwe gemeente
te stichten. Aan ds. Sterkenburg te Papendrecht, die zich predikant naar het Evangelie van
Marcus 16, vers 15 en 16 (7) noemde, werd gevraagd een vergadering te beleggen, waarop ou
derlingen en diakenen zouden worden gekozen.
De dominee kwam op 8 december 1864. De vergadering koos C.Dominicus tot oefenaar, ca-
thechiseermeester en krankenbezoeker. A.Noordijke en P. den Herder werden gekozen tot ou
derling, B.M. den Boer en M.Krijgsman tot diaken. Den Herder en Den Boer stonden aan de
wieg van de kruisgemeente. Noordijke en Krijgsman werden er ook lidmaat van.
Sterkenburg had niet de intentie een aparte gemeente te stichten. De gemeente wilde dat wel
zijn. Het bleek evenwel niet mogelijk een predikant bereid te vinden de sacramenten te bedie
nen.
Ds. Keulemans van de Kruisgemeente te Middelburg, die wel wilde voorgaan doch niet het Hei
lig Avondmaal wilde bedienen - hij weigerde dat op kerkrechtelijke gronden - adviseerde de ge
meente zich bij een andere gemeente aan te sluiten. Men delibereerde er wel over, maar de af
loop van de beraadslagingen is niet bekend.
Op 30 januari 1866 geschiedde het volgende:
'Op verzoek van sommige personen te Goes is den 30 Januari 1866 herwaarts overgekomen ds.
Mattheus Keulemans, predicant der Gereformeerde Gemeente Te Middelburg tot stichting de
zer gemeente' (8).
40