159. GC. 22 september 1921. AGK. inv. nr. 113, notulen gemeenteraad 21 september 1921.
160. 1 gemet 0.39.24 HA.
161. GC. 3 december 1921.
162. GC. 26 januari 1924. De uitbreidingen lagen in de Karei- en in de Krabbendijkepolder
met respektievelijk 16 en 45 pachters.
163. GC. 25 maart 1928.
164. GC. 29 oktober 1928.
165. GC. 25 april 1934.
166. GC. 21 november 1930.
167. GC. 22 april 1932.
168. Respektievelijk 6.26.91 HA en 13.00.04 HA.
169. GC. 10 februari 1936.
170. GC. 11 mei 1935.
171. Mededeling van M.L. Markusse.
172. GC. 18 januari 1908. Zie hoofdstuk Plaatselijke aktiviteiten van de werkliedenvereniging
Onderling Belang.
173. Lezing van ds. L.M. Boer uit Hulst, GC. 7 maart 1908 en van H. Uiterwijk uit Hoogeveen,
GC. 21 januari 1909. De afdeling telde bij de oprichting 40 leden.
174. GC. 14januari 1914.
175. Zie hoofdstuk De werkliedenvereniging Onderling Belang te Krabbendijke.
176. Mededeling van J.J. van Kervinck, onder meer oud-penningmeester.
177. Bouman, Zeeuwsche Landbouw, blz. 299.
178. AGK. inv. nr. 110, notulen gemeenteraad 3 maart 1913.
179. GC. 27 april 1918. De kommissie bestond uit: J.L. van den Brink (voorzitter), D.
Jacobusse, M. Nieuwenhuijse, J.M. Panny, W.L. Sonke (sekretaris), C. Tollenaar, A.P.
Woutersen (vice-voorzitter).
180. GC. 14 januari 1919. Bestuur: D. Jacobusse, J.A. Krijger, A.E. Stijkel, J. Vogelaar, A.P.
Woutersen.
181. GC. 31 januari en 22 april 1920. In deze artikelen werd de hier bedoelde vereniging res
pektievelijk omschreven als de vereniging tot verbetering der volkshuisvesting en de
woningbouwkommissie.
182. GC. 27 mei 1939.
99
