Huijbert Jan de Heere was er wel in geslaagd een groot schandaal te voorkomen, maar de zaak was toch in de publiciteit gebracht. Menige tong zal er in Goes over zijn losgekomen. De Goese magistraten vonden kennelijk dat hun ambtgenoot te ver was gegaan. Het was voor Huijbert Jan zaak het verloren terrein te herwinnen. Met zijn dikke geldbuidel meende hij het ver trouwen wel terug te kunnen krijgen. Op 18 november van datzelfde jaar 1775 bood hij een orgel aan de stad aan voor de Kleine of Gasthuiskerk "ter verciering". Dankbaar werd het grote geschenk aanvaard. Toch vergaf men Huijbert Jan het schandaal niet helemaal. Hij werd niet herkozen als schepen en ook andere belangrijke posten waren niet meer voor hem neergelegd. In februari 1 777 overleed Huijbert Jan de Heere na een zware ziekte. Over zijn ziekte, die men zich vele jaren later nog goed wist te herinneren, schreef de stadsoperateur later: "De zaak schijnt voor eerst van geen belang te zullen zijn, doch in korte (tijd) verandert alles van ge daante: de kwaal word hardnekkig, kwaadaardig en kan nimmer uitgeroeid worden als door de gruwelsten operatiën". De weduwe van Huijbert Jan de Heere bleef wonen in Goes, maar bracht het merendeel van de tijd door op haar boerderij bij 's-Gravenpolder. Zij overleed op 20 september 1798. In haar testament wees zij als haar erfgenamen aan haar schoonzuster en zwager: Susanna de Heere en Jan van Breda, makelaar in Dordrecht. Martina Kolaris trouwde op 21 juli 1779 met de Goesenaar Cornelis van Schagen. Beiden waren op dezelfde dag (4 september 1739) gedoopt in de Hervormde Kerk. Het kind van Martina Kolaris, Huberta Johanna, groeide in Goes op en trouwde op 9 november 1803 met Maarten van der Linden. Hoe ook Huijbert Jan de Heere zijn best had gedaan om te ontkennen, dat hij de vader was, zijn dochter voerde niettemin haar leven lang zijn naam. Huberta Johanna probeerde als visvrouw in haar levensonderhoud te voorzien, maar leefde in kommervolle omstandigheden. Ze moest zelfs bij het burgerlijk armbestuur om ondersteuning vragen. Op 5 november 1816 overleed zij. Ook in haar overlijdensakte wordt als vader ver meld: Huijbert Jan de Heere Literatuur A.W.E. Dek, Het geslacht Eversdijk uit Goes, in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage, 1973, deel 27. P.J. Westerdijk, Bijdrage tot de geschiedenis van de voormalige ridder-hofstad Holy onder Vlaardingen, in: Tijd-schrift van de Historische Vereniging Vlaardingen, nrs. 15 en 16, 1974. Bronnen Gemeentearchief Goes: Archief Stad Goes, inv. nrs. 33-36, 370, 732, 1863 en 1878. Rechterlijk archief van Goes, inv. nrs. 2008 en 2021. Retroacta van de burgerlijke stand, inv. nrs. 3, 4, 13, 23a, 24 Archief Hervormde gemeente te Goes, inv. nr. 4 Notariële archieven van Goes, inv. nr. 2280 (aktenummer 187) Archief Weeshuis te Goes, weesregister (1734)1785-1810 Gemeente Zierikzee: Verzameling J. van der Baan, voorl. nr. 153. 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1981 | | pagina 117