herstellen. Bij uitzondering bewaard (91) bleef van de hand van Jan Willemsen en Cornelis de Witte, rentmeesters van Goes de stadsrekening over 1575, ontvangsten en uitgaven bevattend, ze suggereren financiële moeilijkheden, drukkende last van de bezetting en uitermate langzaam op gang komend herstel. Poortgelden voor de "Nieuwe Poerte om naer thoeft te gane" (d.i. de Keetpoort (91) konden niet geheven ("nihil") want deze "leyt omgeschoten" (ook "de drie winckelkens bij de nieuwe poerte ende de draybrugge ligghen ter neder"); het veer op Antwer pen is niet verhuurd geweest; de wijnaccijns leverde geen inkomsten, wijn is niet of weinig door burgers en ingezetenen gedronken, wel door de Spanjaarden en andere soldaten van het garnizoen, deze echter hebben ook "hare soetelaers ende aemonitiekelders (93) die den wijn sonder excys tapten ende sleten"; de vleesstallen zijn dit jaar gebruikt zonder huur (wellicht in hoofdzaak voor de bezetting?), het is een gerede greep in de negatieve posten (94). Daartegen over staan de uitgaven: Andries de bakker krijgt nog een termijn uitbetaald voor het bakken van 125 vertel tarwe "tot provisie ende amonitie van de Spainse en de Walse soldaten liggende in garnisoene alhier, als de stede belegert ende besloten was"; andere posten betreffen schen^ kingen: 24 ponden ham aan kapitein Pacheco" als hij in Sint Annalandt lach", 42 vertel tarwe, Antwerpse maat, aan zekere don Juan Uxorio te Antwerpen, betaald wordt voor het uit het schip dragen en voor het vervoer op de wal (per wagen). En, natuurlijk, zijn er uitgaven voor herstel: voor het nieuwe hek buiten de draaibrug (95), voor het verbrande huis op het hoofd (96); ook de werkzaamheden aan en bij de molen zullen met de vernieling tijdens het beleg te maken hebben (97). Twee interessante posten houden verband met de viering door de Spaanse bezetting van Sint- Jacobsdag, 25 juli (San Jago de Compostella, patroon van Spanje): Jan en Gert, houtzagers, brengen de speelwagen op de markt" daer de spaienjaers het casteel op maeckten" en halen "staecken ofte pijlen" uit een gevel om deze vast te zetten; Adriaen Balten, metselaar, mag later de putten vullen die de soldaten bij deze gelegenheid in de markt hebben gemaakt. De bezetting legde stellig een zware druk op de bevolking, ook op die van het eiland, want Zuid-Beveland was nu goed voorzien van tegenweer. Op 18 februari 1574 kapituleerde Middel burg voor de Geuzen, na een lang beleg; Goes werd niet meer rechtstreeks verontrust (98). Zijn soldatenlast raakte het eerst kwijt na de ondertekening van de Pacificatie van Gent; op 26 februari 1577 vertrokken de laatste troepen (99). Dan is de politieke situatie inmiddels grondig veranderd. Literatuur waarnaar wordt verwezen Brouwer, J. Kronieken van Spaansche Soldaten, Zutphen 1933 Caldecott - Baird, Duncan, The Expedition in JJolland, 1572-1574. From the manuscript of Walter Morgan. London 1976. Caldecott - Baird, Duncan, Huurling in de Lage Landen. 1572-1574, vert. Vivian Voss. Bussum 1977. Hooft, P.C. Nederlandsche Historiën, Amsterdam 1677. Williams, Roger, Memoriën, uitg. J.T. Bodel Nijenhuis (WHG, nieuwe serie III). Utrecht 1864. Williams, Sir Roger, The Actions in the Low Countries, ed. by D.W. Davies. Ithaca, New York 1964. 134

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1981 | | pagina 136