"grootelykx van doene", 30 augustus zijn beide mannen uit de gevangenis ontslagen en in dienst genomen. (Rek. van Floris Scaeck, baljuw, 17-11-1571 tot 30-11-1577, fol. 5v-6r). Op 18 augustus was de stad dus nog vrij. De data 24 en 26 aug. zijn goed met elkaar in overeenstemming te brengen als data van landing en van beginnend beleg. Maar men komt dan niet op negen weken (de bevrijding was immers 21 oktober); wel nadert men dit aan tal als elk van de beschietingen op een dag of drie wordt begroot. 65. Alleen aan de oostzijde van de havenmond lag toen een (kleine) schans. 66. Op de tekening van Walter Morgan ziet men vóór de stadsmuur ter weerszijde van de kronkelende haven driehoekjes getekend: de puinhopen van de zoutketen (bijna onlees baar het bijschrift "sallte howsys"). Bij het bekijken van de kaart moet men er rekening mee houden dat Walter Morgan zich verkeerd heeft georiënteerd: het zuiden ligt waar zijn windroos naar het noorden wijst! Achter de 's-Heer Hendrikskinderenpoort ligt bij hem de versterking die alleen door de Mendoza wordt genoemd: ingezetenen en soldaten werkten zekere nacht door aan een "verhooging, met een oppervlak dat ruimte bood aan vijftig soldaten" (hij spreekt van de poort van Sieskerken, d.i. Sinoutskerke). De Schans aan de oostmonding, getekend als een kasteeltje, plaatst W.M. aan de verkeerde kant. De St. Maartenpoort is te ver van het water geschoven. 67. Respektievelijk voor de verdediging (loopgraven) en de aanval (approches). Bij deze laatste moet men denken aan het opwerpen van "verschansingen om dichter bij de grachten te kunnen komen", (de Mendoza) 68. Van zes kanonnen (Roger Williams 1972, blz. 118); zes stukken zwaar geschut en vier grote kanonnen van gietijzer (de Mendoza, Brouwer, blz. 204); drie kanonnen en een haakbus volgens Walter Morgan. Deze heeft de batterij op zijn prent ingetekend. 69. De verschillende benamingen Noord-, Keet-, Slik-, Water- en Bleekveldse Poort in de toelichtende tekst van L.J. Abelmann bij de Zacharias-Romankaart (Heemk. Kring Jaarb. de Bevelanden 5, 1979). De Mendoza spreekt van Keizerpoort, misschien de vervorming van Keetpoort tot een "begrijpelijk" woord, bij het Spaanse garnizoen in gebruik? De officiële naam in deze tijd was "Nieuwe Poort". 70. Walter Morgan, 1976, blz. 91, Ned. vertaling blz. 94. 71Walter Morgan, Ned. vert. blz. 95. 72. Roger Williams geeft duidelijk het verloop van de aanval weer, maar laat deze plaats heb ben voor de Hoofdpoort; bij de Mendoza en Walter Morgan wordt de Keetpoort bestormd, de laatste heeft zelfs boven de voormuur geschreven (moeilijk leesbaar op de reproduktie) S. Umphrey Gillbertt, deze was immers de voorste op de ladder! Goes had wallen, be kroond door een stenen borstwering (L.J. Abelmann. De stadsverdediging van Goes tot in de 16e eeuw, Hist. Jaarboek voor Zuid- en Noord- Beveland, nr. 3, 1977 blz. 159). De Mendoza, uitmuntend voorgelicht waar het de oorlogshandelingen betreft, heeft de stad zelf wel nooit gezien, vgl. Brouwer, blz. 204 waar hij zegt dat de "muren" hecht ge bouwd zijn "maar niet voorzien van borstweringen" (die echter blz. 205 na beschieting door de rebellen "nog overeind" staan). Ook aan de mededeling dat de grachten smal waren, kan men twijfelen; er is een zekere neiging de prestaties van Isidro Pacheco op het voordeligst te doen uitkomen. 147

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1981 | | pagina 149