95. De draaibrug (ter plaatse van de tegenwoordige ophaalbrug) lag binnen de stad. Daarvóór kon door middel van een hek de toegang tot de haven worden afgesloten. Op de prent op het gemeentearchief ziet men de afsluiting (in oorlogssituatie!). 96. Wel hetzelfde als "het wachthuys op thoeft". - Andere betalingen gelden Adriaen Balten de metselaar voor werken aan de 's-Heer Hendrikskinderenpoort en aan de muur bij de Nieuwe Poort. 97. De windmolen stond op de noordelijke wal, westelijk van de Sint-Maartenpoort en werd volgens de Mendoza al in het begin van de vijandelijkheden in elkaar geschoten. De archief- prent toont ze in takt. 98. Op 13 december 1572 wordt door de stadsregering afgekondigd dat met het oog op een nieuw beleg iedere burger en ingezetene moet werken aan de fortificatie bij de 's-Heer Hendrikskinderenpoort. Ook jonge vrouwen en kinderen kunnen daaraan meewerken. Op niet-verschijnen staat de eerste maal een boete van 20 schellingen, de tweede maal van 40 schellingen en gijzeling. Gemeentearchief Goes ASG inv. nr. 194, fol 13 r. 99. Zie: H. Uil, De Satisfactie van Goes, Jaarboek Heemkundige Kring De Bevelanden 3,1977, blz. 10. 150

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1981 | | pagina 152