Nog in 1796 is de plaats waar het oude stamphuis gestaan had, ongeveer 125 jaar nadat het verdwenen was, bekend. Op 7 mei van dat jaar wordt door Franciscus Henricus Wagenaar uit de nalatenschap van wijlen Leendert Paardekoper verkocht aan Leyn Dijkwel "een einde dijk, bewesten de haven van Bieselinge, strekkende van daar de stanrpert heeft gestaan tot aan de 2 lindeboomen op scheid van Eversdijks Ambacht". (23) Met dit alles hopen wij wat meer licht gebracht te hebben in de geschiedenis van het ontstaan van de achterhaven en van het wel en wee van de meestoof te Biezelinge. De vraag die we tot nu toe niet hebben kunnen beantwoorden, is uit welke periode de meestoof dateert. Ook is het nog onduidelijk waar de in Kapelle en Biezelinge verbouwde meekrap bewerkt is in de tijd na het verdwijnen van de stoof, totdat in 1871 de stoof in Kapelle gebouwd is. Bijlage A (Het betoog van dijkgraaf Johan Blancx uit 1571, waarmede hij de Koninklijke commissie trachtte te overtuigen van de noodzaak om tegen de Biezelingenaren krachtdadig op te treden). Vertooch overgegeven van weghen de dijckgrave ende gesworensvan der dijckage van bewesten Iersecke nopende den schenckeldijcken ende de kayen van de havene van Bieselinghe. Also Dijckgrave ende gesworens van der dijckage van bewesten Iersecke in 't visiteren ende ommezyen der zeiver dijckage mijn heeren commissarissen van weghen zijne majesteit geor- donneert op 't feit der dijckagen in Zeelandt verthoont ende gedemonstreert is geweest die groote lencte van de schijnckeldijcken mitsgaders die groote laechte zoe van de kayen als die voirscreven schenckeldijck van de havene van Bieselinghe, ende dat in denjaere 1500 dertich bij den grooten storm ende hooghen vloet die voirscreven dijckage van bewesten Iersecke deur een grontgat in den oostschenckeldijck van den zelve haven gevallen, geinundeert is geweest midts oock dat die zelve dijckage zoe in den hooghen vloet ende inundatie in denjaere 51 (24) naer Hollant Pontiani als oock in den laetsten grooten storm ende neyt gesien hooghen vloet nu den eersten ende tweeden november lestleden gegaen deur die groote laechte soe van de kayen als schenckeldijcken van de voirscreven havene grootelicx in 't perycle ende dangier ge- staen heeft van aldaer te inunderen ende metter zee gemeene te worden. Bevindende oock dijckgrave ende gesworens voirscreven in 's landts kiste onder ander monu menten die voirscreven dijckage concernerende te rusten zeker ordonnantie van hoochloffe- licken memorie keyser Maximiliaen in date den vierden dach in December anno 1500 ende negene gemaect op 't faict van de dijckagen over geheel Zeelant ende dat onder andere bij de zelve ordonnantie gestatueert ende geordonneert is dat die voirscreven haven met haere schenckeldijcken over beyde zijden wesende, onderhouden moeten worden bij die van Biese linghe ofte dat anders zijne Majesteit zoude consenteren die haven toe te sluyten, ende dat blijcken zal ende warachtich is dat nyettegenstaende dat die voirscreven ordonnantie bij die van Bieselinghe noyt stuver binnen memorie van menschen geleyt ofte becosticht is geweest in 't onderhouden van de voirscreven schenckeldijcken, versouckende daeromme dijckgrave ende gesworens voirscreven in acquyte van haeren eedt ende officie omme in toecommende tijden van egeene negligentie ofte obmissie bij zijne Majesteit gecauseert te moghen worden. Dat mijnen heeren commissarissen voirscreven gelieve te ordonneren dat die van Bieselinghe die voirscreven schenckeldijcken over beyde zijden mitsgaders die kayen van de haven van Biese linghe zullen tot haeren coste verhoogen ende verstercken, zulcx als die andere zeedijcken der 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1981 | | pagina 46