Door het noordelijk deel van de gemeente liep de spoorlijn Roosendaal-Vlissingen, die in 1872 gereedgekomen was. Tot 1916 lag het dorp Krabbendijke niet aan doorgaande wegen van bete kenis. In dat jaar werd de Kreekrakdam voor wegverkeer opengesteld. Omdat de verkeersdrukte op rijksweg 58 in de '20er jaren steeds toenam, werd in 1930 deze verkeersader om het dorp heen gevoerd. Talrijke verbeteringen werden hieraan in de loop der jaren uitgevoerd (24). In het laatste kwart van de vorige eeuw telde de gemeente ongeveer 1220 inwoners (25). In 1931 werd de gemeente door 2417 personen bewoond (26). In de eerste decennia van deze eeuw werd de gemeente op verschillende gebieden meer leefbaar gemaakt. Vanaf 1912 kwam in het oosten van Zuid-Beveland het aansluiten van woningen op het buizennet van de N.V. Water leidingmaatschappij Zuid-Beveland op gang. De gasvoorziening kreeg in diezelfde jaren zijn be slag. In juli 1914 werd door burgemeester Welleman de eerste steen voor de gasfabriek Oost einde in Krabbendijke gelegd. Deze instelling werd aanvankelijk geëxploiteerd door de gemeen ten Krabbendijke, Rilland-Bath en Waarde (27). Na de bouw van deze fabriek werd de gemeente geleidelijk aan ook van straatverlichting voorzien met gaslantaarns. Na 1 juli 1933 werd Oost einde, inmiddels uitgebreid met de gemeenten Kruiningen en Schore, opgenomen in een ge meenschappelijke regeling met de gemeente Goes (28).De elektrifikatie van de gemeente werd in de '30er jaren verwezenlijkt (29). Het overzicht over de landbouw hebben wij in een iets ruimer kader geplaatst. De mechanisatie van de landbouw begon zich rond de eeuwwisseling uit te breiden (30). De paarden verdwenen echter niet spoorslags van de akkers; nog in 1939 werden in de gemeente Krabbendijke 1200 paarden vanwege de mobilisatie gekeurd (31). Een ontwikkeling op nationaal niveau was na de lste wereldoorlog het oprichten van verenigingen die zich inspanden om klein grondbezit voor landarbeiders te verwerven (32). Op de meeste van de ontstane kleine percelen werden arbeids intensieve kuituren begonnen, zoals groenten- en fruitteelt. Op Zuid-Beveland kwamen derge lijke kuituren, ook vóór de lste wereldoorlog trouwens, tot ontwikkeling rond Goes, Kapelle en Krabbendijke. Een volgende fase in dit proces was de oprichting van veilingverenigingen: Goes in 1904, Kapelle in 1916 en Krabbendijke in 1917. Door het centrale aanbod van produkten werden konservenfabrieken en groentedrogerijen aangelokt (33). Landbouwers konden door avond- en winteronderwijs hun vakkennis vergroten. In 1908 was Jac. Welleman voorzitter van de vereni ging van oudleerlingen van de Rijkslandbouwwinterschool te Goes, die in 1893 was opgericht. Deze vereniging belegde af en toe bijeenkomsten voor bijscholing (34), die ook in Krabbendijke gehouden werden. In 1928 bestond er in het dorp een speciale tuinbouwvereniging (35). Afge zien van het fruit en de groente werden op Zuid-Beveland in volgorde van belangrijkheid granen, suikerbieten, peulvruchten en aardappels verbouwd (36). Rond Krabbendijke en Rilland-Bath nam de teelt van uien de eerste plaats in (37). Behalve de werkliedenvereniging Onderling Belang, die hierna behandeld wordt, bestond er voor de werknemers in de landbouw onder meer een afdeling van de Landarbeidersbond (38). Voor de werkgevers bestond de landbouwvereniging Eendracht Maakt Macht (39). Er beston den overigens nog enkele andere verenigingen op het gebied van de landbouw (40). In de vorige eeuw had een meestoof voor wat industriële bedrijvigheid gezorgd, doch na 1880 was de meekrapnering voorgoed van de baan (41). In 1915 werd door leden van het geslacht Lenshoek een cichorei-drogerij opgericht (42). 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1981 | | pagina 58