Plaatselijke aktiviteiten
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de aktiviteiten die in hoofdzaak op plaatselijk
niveau speelden. In de eerste plaats werden er veel lezingen georganiseerd voor de leden. Uit
eenlopende onderwerpen van politieke aard werden door Elenbaas, W. Hoogerhuis (distriktslei-
der van de Nederlandse Bond van Landarbeiders), J. Kleine (voorzitter van de afdeling Goes van
de SDAP), F. Mol (propagandist van het ANWV), W.J.C. van Santen (hoofdredakteur van de
Goesche Courant), H. Snijders (voorzitter van de VDB), Welleman en nog anderen toegelicht.
Eén der belangrijkste personen in Onderling Belang, Jac. Welleman, vond het erg belangrijk dat
de vereniging zou onderhandelen en in kontakt staan met de werkgevers. Het bestuur nam in
1904 een motie-Welleman aan waarin dit streven verwoord werd. De voornaamste tegenpartij
van de werklieden vormde de landbouwersorganisatie Eendracht Maakt Macht, waarin Welle
man ook een belangrijke plaats bekleedde (82).
De gemeente-geneesheer, dr. Geill, trachtte spoedig na de oprichting van de werkliedenvereni
ging een Groene Kruisafdeling te vestigen in Krabbendijke. Hij hield voor de leden van de
vereniging een toespraak, doch zijn moeite werd vooralsnog niet beloond (83). In 1906 werd
vanuit Onderling Belang een kommissie gevonnd die zich met dit onderwerp ging bezig houden,
en de mogelijkheden voor het Groene Kruis ging bestuderen. Deze studie resulteerde in 1907
in de oprichting van zo'n plaatselijke afdeling. De voorlopige bestuursleden waren Elenbaas,
Welleman, H. Breker, D. Boone, J.P. Krijger en natuurlijk Geill (84). Ofschoon het Groene
Kruis onafhankelijk van de werkliedenvereniging stond was er wel sprake van een band tussen
hen beide. Leden van het ziekenfonds én van het Groene Kruis hoefden slechts voor het laatste
te betalen (85). Het zou het Groene Kruis bepaald voor de wind gaan: in 1928 telde men maar
liefst 590 leden. Als initiatief van het Groene Kruis kwam in datzelfde jaar een onderafdeling
van Ziekenhuisverpleging tot stand die startte met 40 leden (86), gevolgd door een konsultatie-
bureau voor zuigelingen (87).
Afbeelding 11. Jac. Welleman. Uit: Ons Zeeland, 1929
62