In de overeenkomst waren de arbeidsvoorwaarden op Zuid-Beveland vervat, met uitzondering
van de regio Goes, die een eigen organisatie had (130). Ook de Centrale Bond van Bouwvak
arbeiders in Zuid-Beveland (131) raakte in dat zelfde jaar tot overeenstemming met de werk
gevers, namelijk over loonsverhogingen en werktijden (132). In deze jaren werd nog een derde
vertegenwoordiger van een landelijke bond gegrondvest: een plaatselijke afdeling van de Land-
arbeidersbond. Deze afdeling had een gering aantal leden en kon geen daverende successen
bereiken (133).
Na een betrekkelijk rustige periode in de vrij voorspoedige jaren '20 gingen de afdelingen in de
'30er jaren, vooral in samenwerking met de SDAP, meer aktiviteiten ontplooien. In 1931 richt
ten de Landarbeidersbond en de plaatselijke SDAP zich met een rekest tot de gemeenteraad
met het verzoek om aan de werklieden ?en kerstgave te geven (134). Door de gemeenteraad
werd gunstig op dit verzoek beschikt. Geleidelijk verergerde de krisis, en het aantal adressen
om steunverlening en werkverschaffing voor werklozen steeg (135). In de krisisjaren kwamen
andere landelijke bonden tot de vestiging van plaatselijke afdelingen zoals de Christelijke
Landarbeidersbond (136), het NW (137) en de Katholieke Landarbeidersbond (138).
Tevens werden besturenbonden opgericht die de aktiviteiten koördineerden en initiatieven
namen (139).
Een stap voorwaarts voor wat betreft de erkenning van de vakbeweging en de verbetering van
de arbeidsvoorwaarden in de landbouw in Krabbendijke vond plaats in 1934. In dat jaar werd
het eerste kollektieve arbeidskontrakt afgesloten tussen de werkgevers en werknemers in de
landbouw (140). De aanzet hiervoor was uitgegaan van Jac. Welleman. Hoewel hij voorzitter
was van de organisatie van werkgevers genoot hij veel vertrouwen bij de arbeiders.
Voor wat betreft de vakverenigingen was met het bereiken van deze mijlpaal voorlopig een
einde aan de ontwikkelingen gekomen.
De SDAP
In maart 1919 werd in Krabbendijke een afdeling van de SDAP opgericht (141); een van de
eerste daden was het stellen van kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1919
(142). De SDAP wist bij die gelegenheid geen zetel te verwerven. Spoedig hierna gleden de
socialisten in de vergetelheid, waaruit ze in 1931 terugkeerden. In februari van dat jaar werd
de afdeling heropgericht (143). Voornamelijk door middel van rekesten aan de gemeenteraad,
vaak in overleg met de moderne bonden, lieten de socialisten zich in die jaren regelmatig horen
(144). In de problematische '30er jaren werden door de SDAP akties ondernomen die dikwijls
boven de strenge zuilscheidingen stonden. Een adres aan de gemeenteraad met het verzoek om
werkverschaffing, een steunregeling en een brandstoftoeslag voor werklozen werd opgesteld
door de Christelijke Besturenbond, de Christelijke Landarbeidersbond, de Katholieke Land
arbeidersbond, het NW, en de SDAP (145). In de meeste gevallen werden dergelijke verzoeken
door de gemeenteraad afgewezen, maar in dit geval was de raad genegen om een brandstof
toeslag van f 1,— per week te verstrekken. De SDAP deed uiteraad telkens aan de gemeente
raadsverkiezingen mee, doch de socialisten wisten pas in 1939 een zetel te behalen (146). Op
grond van de internationale gebeurtenissen werd de SDAP in mei 1940 ontbonden (147).
69