Koöperatieve bouwvereniging De kwaliteit van de woningen in de gemeente Krabbendijke was in het begin van deze eeuw minder ongunstig dan in andere gemeenten. Bouman noemde het Krabbendijke van rond de eeuwwisseling één van de weinige gemeenten waar een verordening op de woningbouw van kracht was (177). Wel bestond er woningnood. In 1913 oriënteerde de gemeenteraad zich hierop: nog afgezien van 7 gezinnen die op korte termijn zonder woonruimte zouden komen te zitten, waren er talrijke woonsituaties die voor verbetering vatbaar waren (178). Het duurde tot 1918 voordat men daadwerkelijk de woningnood ging aanpakken. In dat jaar werd in de gemeente een huurkommissie geïnstalleerd (179). Kort hierna werd een koöpera tieve bouwvereniging opgericht. In 1919 werden plannen voor de bouw van 6 arbeiderswonin gen aan de Oostweg gemaakt (180). Van de gemeenteraad werd hiervoor een krediet verkre gen (181). In de daarop volgende jaren ontplooide de vereniging nog meer initiatieven. In 1939 besloot men tot opheffing over te gaan (182). Het krisiskomité In 1931 werd op initiatief van Jac. Welleman een krisiskomité in het leven geroepen, dat als doel had bestrijding van de krisis in de landbouw (183). Al spoedig breidde het komité zijn aktiviteiten uit tot werkverschaffing aan werklozen. In het eerste jaar wist men 42 werklozen aan werk te helpen (184). Er werd een aparte afdeling geformeerd die zich ging bezighouden met het probleem van de jeugdwerkloosheid (185). Nadat Welleman, teleurgesteld over de resultaten van de 2 instellingen, zich terugtrok kwamen de aktiviteiten op een laag pitje te staan. Dit veranderde toen in 1937 door burgemeester jhr. mr. W.C. Sandberg tot Essenburg een ver nieuwd komité gevormd werd. Het doel was werk verschaffen of werkverruiming vinden voor werklozen in Krabbendijke, wier aantal inmiddels was gestegen tot 125 (186). In de krisisjaren bewezen de verschillende werkverschaffingsorganisaties hun nut. In 1940 werd het laatste komité opgeheven (187). Konklusie Het is vooral te danken geweest aan de aansporingen van een aantal leidinggevende figuren op plaatselijk niveau, dat de positie van de arbeiders in Krabbendijke minder zwaar was dan in andere gemeenten. Natuurlijk hadden zij het ook niet zoals ze zelf graag wilden, maar een be langrijk voordeel vormde hun solidariteit. Een tijd lang, van 1901 tot ongeveer 1925 was Onderling Belang bij machte de belangen van haar leden te behartigen. Het ziekenfonds, waar in het begin de nadruk op lag en waar ook de grootste behoefte aan was, betekende een duide lijke stap in de richting van een onafhankelijke arbeidersklasse. Ook de naam van de vereniging ademt iets van: "we doen het zelf wel, we hebben jullie aalmoezen (van gemeentelijke en ker kelijke armbesturen en van de werkgevers) niet langer nodig". Nadat de ziekenfondswerkzaamheden tot de routine gingen behoren richtte Onderling Belang zich op politieke zaken van regionale en nationale omvang. In de '20er jaren, toen de ekonomie en de sociale wetgeving zich gunstig ontwikkelde, bestond hier minder aanleiding toe en bleef de werkliedenvereniging slechts sluimerend bestaan. De jaren '30 gaven weer volop aanleiding tot agitatie en aktie, doch toen was de plaats van Onderling Belang ingenomen door de verte genwoordigingen van de landelijke bonden, en ook door verenigingen die bijdroegen tot de verdere bewustwording en emancipatie van arbeiders. Het uitbreken van de 2de wereldoorlog maakte tijdelijk een einde aan deze ontwikkelingen. 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1981 | | pagina 76