Cornells Baltens, de zoon van Cornells Baltens en Catharina Boys blijft bij zijn moeder in het
huis wonen. Op 23 september 1584 maakt hij zijn testament en vertrekt voor enige tijd naar
Frankrijk. Wanneer hij weer terugkomt, wordt hij in 1588 lid van het St. Jorisschuttersgilde.
Tot zijn dood, in 1631, zal hij daarvan lid blijven. Hij is o.a. in 1591 en 1596 deken van dit
gilde. Op 4 juli 1589 trad hij te Goes in het huwelijk met Hubrechtken Hubrechtsdochter. Uit
dit huwelijk werden negen kinderen geboren. Maria, geboren ca. 1590; twee jong gestorven
kinderen; Cornelis, geboren 1595, Catharina, geboren 1597; Jacobus, geboren 3 december
1606; vervolgens nog twee zeer jong gestorven kinderen en tenslotte Agnes, geboren 20 maart
1613.
Moeder Hubrechtken wordt reeds op 17 juli 1618 te Goes begraven. Cornelis sterft op 30
september 1631 en wordt op 2 oktober naast zijn vrouw ter ruste gelegd.
Het jaar daarop, nl. op 29 juni 1632 wordt het huis de Engel binnen de familie verkocht.
Kopers zijn Cornelis Baltens de jonge voor 3/4e deel en zijn twee nog in leven zijnde zusters
Catharina en Agnes en de twee weeskinderen van zijn overleden zuster Maria samen voor 1 4e
deel.
Cornelis Baltens de jonge, gesierd met de titel "ridder" gaat het huis bewonen. De bepalingen
bij deze koop zijn: "den cooper comt datelijck op gebruijck. Ende hem sal volgen alle tgunt
aert ende nagelvast is, met een ledicant ende buffetken in de achterkamer. Ende met een casse
opden solder".
Het pand moet kort nadien weer in andere handen zijn overgegaan. Het belastingkohier van de
100e penning geeft in 1635 als eigenaar Adriaan van Wiskercke op. Hij werd in c. 1600 ge
boren en huwde rond 1622 met Magdalena van Marivoorde. Uit hun huwelijk werden acht kin
deren geboren.
Adriaan van Wiskercke heeft het huis inwendig "gemoderniseerd". Hij heeft de woonkamer en
de eetkamer laten behangen met goudleer behang. Restanten van dit behang zijn bij de verbou
wing teruggevonden. Boven tegen de balken van de achterkamer zaten op sommige plaatsen
nog smalle, ruw afgesneden repen van dit fraaie behang (afb. 18).
Adriaan liet ook de vensters vernieuwen. Wij weten dit omdat uit één van de beerputten een
stukje gebrandschilderd vensterglas te voorschijn is gekomen met een deel van het familiewapen
van Wiskercke. Hij sterft te Goes en wordt op 30 juni 1652 in de Grote Kerk begraven. In zijn
leven was hij tussen 1626 en 1649 meermalen schepen van Goes en van 1648 tot zijn overlij
den dijkgraaf van de Goese Polder.
Zijn weduwe blijft na zijn overlijden in het huis wonen. In 1657 staat dan het huis op naam
van één van de zonen van Adriaan, nl. Johan van Wiskercke. Hij werd op 17 februari 1630 te
Goes gedoopt, huwde rond 1655 met Catharina van Brakel en overleed in november 1687. Hij
was net als zijn vader enige jaren dijkgraaf van de Goese Polder. Hij komt als zodanig voor van
1673 tot 1687. Hij heeft niet zo lang in het huis gewoond. Op 5 februari 1663 treffen wij de
verkoop aan. Het pand gaat dan voor het bedrag van ruim 1683 pond over naar Jr. Johan
Cabeliau. In de verkoop is begrepen: "mitsgaders het goutleer hangende inde earners".
Jr. Johan Cabeliau was evenals zijn vader Jr. Gillis Cabeliau beroepsmilitair. Hij was in Goes op
9 maart 1631 gedoopt en komt voor als lid van het St. Jorisschuttersgilde van 1660 tot 1668.
Hij huwde met Adriana van Borrendamme. Uit hoofde van zijn beroep zal hij veelal buiten
Goes zijn verblijf hebben gehouden. Het opgeven van zijn lidmaatschap van het St. Jorisgilde
in 1668 wijst hier op.
Op 1 maart 1700 verkoopt hij het huis aan een lid van een zeer bekend geslacht, nl. Mr. Adriaan
Eversdijk. De koper zal volgen: "de behangsels in de voorsalet en de eetzale, alle de losse boor
den, stellingen in de kelder, gardijnroeden, kleerstokken en tafels op de solders".
17