TEN GELEIDE
Diep graven (in de bodem) en breed spitten (in
documenten) heeft tot resultaten geleid die de
lezer hierachter, in artikelen van de onderzoe
kers, verwerkt zal vinden. Ons past allereerst
een woord van dank aan degenen die het samen
stellen van dit achtste jaarboek hebben mogelijk
gemaakt, met bijdragen die hun waarde niet
spoedig zullen verliezen.
Die dank geldt uiteraard ook, namens drie van
de redacteuren, voor hun mederedactielid en
zijn omvangrijke, belangwekkende inzending
dit zij in het voorbijgaan gezegd, maar zal
zeker instemming bij de lezer vinden.
Omvangrijkheid is allerminst een voorwaarde
voor plaatsing, dat weet ieder die vorige jaar
boeken kent. Ditmaal moest de redactie ruimte
geven aan artikelen die daar terecht om vroegen.
Daardoor werd hun aantal beperkt. Een plezie
rige bijkomstigheid is, dat desondanks een zekere
geografische spreiding tot stand kwam over het
gebied waarop de Heemkundige Kring werk
zaam wil zijn: de lezer wordt niet alleen naar
Goes gevoerd, maar ook naar Noord-Beveland,
naar oostelijk Zuid-Beveland, naar De Zak.
De redactie wenst hem een profijtelijke tocht,
en gaat alweer met verlangen uitzien naar bij
dragen voor onze negende.
De redactiecommissie