(34). Vooral het delfloonwas een belangrijke kostenfactor: Adriaan Vaar gaf zelf uit voor het delven van tweejarige meekrap f 168,- per ha. in het begin van de jaren zestig. Deze gegevens zijn ontleend aan het "Arbeidsverdiensteboek" van de Wed. W. Vaar, bijgehouden door A. Vaar, een gedetailleerd loonkasboek, dat loopt over de jaren 1847 tot 1872. We hopen er t.z.t. iets over te kunnen schrijven. (35). Aldus de "Opgave van resultaten van een landgoed in Zeeland (1320 ha)", opgenomen in de gegevens van de gemeente Kloetinge in Uitkomsten van het onderzoek naar de toestand van den landbouw in Nederland, ingesteld door de Commissie van Landbouw bij K.B. van 18/9/1886, dl. III, 's-Gravcnhage 1890, 36. Gezien de oppervlakte kan er alleen maar de W.P. mee bedoeld zijn. Andere berekeningen betreffende de gemiddelde totaalkosten voor één ha. driejarige meekrap na drie jaar (omstreeks 1850) komen uit op f 950,- a f 1050,-. Van der Weijde, 107Bouman, 26. (36). Notulenboek, 5 (4/4/1862). (37). Notulenboek, 12(22/3/1865). (38). Notulenboek, 16 e.v. (14/5/1865). (39). Over de persoon van Adriaan Vaar willen we later nog iets schrijven. Als er iemand iets over hem kan vertellen, vernemen we dat graag. (40). Notulenboek, 8 (14/5/1863). (41). Notulenboek, 16 (14/5/1865). (42). Notulenboek, 22 (24/5/1866). (43). Notulenboek, 16 (14/5/1865). (44). Notulenboek, 32 (20/5/1869). (45). Voor Schouwen-Duiveland worden dezelfde bedragen voor onberoofde en racine genoemd. Volgens Van der Weijde werd er voor muilen f 23,- gerekend. Maar dat zal dan voor 1860 geweest zijn, want het tarief van "DE EENDRAGT" komt na dat jaar op hetzelfde bedrag uit, dat in Nisse werd ge vraagd, namelijk f 16,-. Van der Weijde 104. (46). Herberekend en getekend naar opgaven uit: J.A. Kuperus, "Honderd jaar bedrijfsresultaten van de Wilhelminapolder (1814-1913)", in Historia Agriculturae 6 (1962), 117-273, 187 en bijlagen 7, 10 en 11. (47). Wiskerke, 28. (48). Notulenboek 35 (16/5/1870). (49). Van der Poel, 172. (50). Dc verkoop van "DE EENDRAGT" met alle toebehoren in 1912 bracht nog f 7344,- op! (51). Zie ook de meestoven, die vermeld worden in het staatje van Maris en Schipper uit 1897, dat zich be vindt in het archief van "DE EENDRAGT". (52). Getekend op basis van opgaven uit Van der Kloot Meyburg, 102,103. Men houde er rekening mee dat de kapitaalsrekening hier wel in verwerkt is. Bijlage 1De verschillende meekrapproducten Wanneer de teler zijn meekrap gedolven had en van zijn loof ontdaan, bracht hij deze naar de meestoof. Daar werd de groene meede, die zo werd genoemd omdat de wortels voor de bewer king een groene kleur hadden, in de grote schuur of koude stoof in het vak van de teler opge slagen. Wanneer de partij aan de beurt was om gereed of bewerkt te worden de volgorde van de reedbeurten werd door loting vastgesteld dan werden de wortels eerst op de zolders in de droogtoren uitgespreid en gedroogd. Vervolgens vervoerde men ze naar de dorsvloer, waar ze met vlegels in kleine stukjes geslagen, van aarde gezuiverd en gezeefd werden. De vellen en de buitenste vlezige delen van de wortel die daarbij achterbleven, vormden het afvalproduct muilen. Wanneer de bewerking ophield bij dit drogen en dorsen, dan verpakte men de in stuk- 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 82