MARIA COOMAIMS EN HET ORGEL IN DE NEDERLANDSE HERVORMDE KERK VAN WEMELDINGE door G.J. Lepoeter Het verhaal is vrij bekend: Maria Coomans, ambachtsvrouwe van Wemeldinge, vermaakte op 24 maart 1787 in haar testament een gedeelte van haar bezittingen aan de Hervormde Kerk van Wemeldinge, echter onder het beding, "dat geen orgel ten dienste van het gesang in voor noemde kerk te Wemeldinge, voor rekening derselve kerk gemaakt, nog opgerigt worde". Het is vooral Ds. J.G. van leperen geweest, hervormd predikant in Wemeldinge van 1951 tot 1957, die aan "de orgelkwestie" zeer uitvoerig aandacht heeft besteed, een hoeveelheid mate riaal heeft verzameld en er nogal uitgebreid over heeft geschreven (1). Niettemin zijn wij van mening dat wat aanvullende aantekeningen op hun plaats kunnen zijn. Het wekt nogal verbazing, dat er aan de persoon van Maria Coomans, haar afkomst en de wijze waarop de ambachtsheerlijkheid Wemeldinge in handen van de familie Coomans is gekomen, in feite nauwelijks aandacht is besteed; voor zover we hebben begrepen onder het mom van onvindbaarheid van gegevens. Toch is dat niet helemaal terecht, want er blijken wel degelijk wat gegevens te vinden te zijn. Maria Coomans, afkomst en achtergronden Op 3 october 1735 overleed in Goes Johan Rontvis, vele jaren schepen van Goes en ambachts heer van Wemeldinge (2). Hij was een zoon van Caspar Rontvis, geboortig van Middelburg, doctor in de medicijnen en van Magdalena Eversdijk. Johan Rontvis was gedoopt in Goes op 7 juni 1680 en op 9 maart 1714 in Goes gehuwd met Isabella Westerwijk, telg uit het bekende Goese geslacht van die naam. Haar vader was Mr. Johan Westerwijk, secretaris van de stad Goes tijdens de troebelen in de jaren rond 1692 en met zijn broer Adolf en enkele anderen in dat jaar gevangen gezet en later voor een aantal jaren verbannen. Vanaf 1702 behoorden de Westerwijken echter weer tot de notabelen van de stad (3). Na het overlijden van Johan Rontvis op 3 october 1735 ging de ambachtsheerlijke titel van Wemeldinge over op zijn weduwe, Isabella Westerwijk. Dit was gebaseerd op het door de beide echtelieden op 13 october 1720 voor de Goese notaris Jacobus de Brawanter opgemaakte testament (4). In dit kinderloze huwelijk er werden vijf zeer jong overleden kinderen ge boren een voor de hand liggende bepaling (5). Wat minder voor de hand liggend lijkt het huwelijk van de weduwe Isabella Westerwijk met de doctor in de medicijnen Pieter Coomans, zoon van Jacob Coomans en Johanna Dumon. Dit huwelijk werd gesloten op 28 juni 1739 (6). Wat bezielde Isabella Westerwijk om dit huwelijk aan te gaan met de 22 jaar jongere vrijgezel Pieter Coomans (7). En dat waren de motieven voor Pieter Coomans om zich te binden aan een vrouw, die voor die tijd in feite al bijna als een bejaarde dame aangemerkt diende te worden?Was het fortuin van deze rijke weduwe de trekpleister of mogelijk de ambachtsheerlijke titel van Wemeldinge die op deze manier eenvoudig in zijn bezit kwam? We zullen er hoogstwaarschijnlijk nooit achter komen, maar inderdaad kwam de ambachtsheerlijke titel van Wemeldinge op deze wijze in de familie Coomans terecht. Natuurlijk behoorde ook Pieter Coomans zelf tot de betere kringen in de stad Goes. Hij was er schepen van 1730 tot 1737 en van 1739 tot 1740 en burgemeester van 1740 tot 1747. Hij be woonde een buitenplaats buiten de wallen aan de stadssingel, de tegenwoordige Oostsingel. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 45