Aan dit rijshout meende men nog niet genoeg te hebben, want in januari 1575 werd nog eens 200.000 bos rijs gekocht, nu van Jan van Tolhuysen en Geert van der Steene uit Duffel (10) waarbij een prijs van negen gulden en 10 stuivers per 1000 bos werd afgesproken, zodat hier mee f 1900,— was gemoeid (11). Een ander probleem was de aanvoer van het rijshout, die uiteraard over water moest gaan. Het rijs uit Duffel b.v. zou via de Nete, de Rupel, de Schelde en de Oosterschelde naar Kattendijke moeten worden gebracht. Het vervoer over de eerstgenoemde rivieren vormde geen moeilijk heid doch de zeearmen werden beheerst door de Zeeuwse watergeuzen. Zij ontvoerden zelfs schepen van de Antwerpse kade. Hoe lagen de verhoudingen op dat moment? Geuzen en Spanjaarden. In 1572 was de belegering van Goes door de geuzenlegers mislukt doordat Mondragon door het Kreekrak waadde, de belegeraars overviel en de stad ontzette. Goes hield de Spaanse bezet ting. Na Goes te hebben ontzet trok Mondragon naar Middelburg en hield dat vast in Spaanse hand. De Zeeuwse watergeuzen onderschepten echter alle toevoer. Om Middelburg te ontzetten ver trokken twee Spaanse eskaders op 31 januari 1574, één zuidelijk, van 30 schepen, vanuit Ant werpen over de Westerschelde en één noordelijk, van 70 schepen, vanuit Bergen op Zoom over de Oosterschelde. Dit laatste werd bij het Lodijkse gat (12) onder zware verliezen, aan weerszijden, totaal ver slagen. Het zuidelijke eskader liet voor Breskens het getij verlopen en leverde geen slag. Toen het bericht kreeg van de nederlaag der anderen, spoedde het zich terug naar Antwerpen (13). Aldus was Mondragon's positie in Middelburg onhoudbaar geworden, hij gaf zich over aan de Prins van Oranje en op 21 februari 1574 verlieten de Spanjaarden de stad. De Prins liet Mon dragon, die dus zijn gevangene was, vrij uitgaan, in ruil voor vijf topfiguren van de geuzen, die zich in krijgsgevangenschap bevonden, n.l. Marnix van Sint Aldegonde, Jacob Simonszoon de Rijk en nog drie anderen. Kort samengevat: Zuid-Beveland was in Spaanse hand, Noord-Beveland was drijvende, het eiland Wolphaartsdijk was in handen der geuzen, evenals Walcheren en op de wateren waren de geuzen heer en meester. Zuid-Beveland was dus als het ware rondom afgesloten en lag wat we zouden kunnen noemen in de frontlinie. Een paspoort Wat nu het aanvoeren van het rijshout betreft, dijkgraaf en gezworenen besloten teneinde moeilijkheden met de geuzenschepen te voorkomen, een vrijgeleide te vragen aan de Prins van Oranje. Daar dit in Brussel evenwel verkeerd zou kunnen worden opgevat, wilde men eerst aan de Spaanse landvoogd vragen of hij dit wel goed vond. Zo hebben dijkgraaf en gezworens hetzelve bij request getoond en te kennen gegeven (aan) de „Groot Commandor van Castiliën" als Gouverneur voor Zijne Majesteit van deze Neder landen'. Bedoeld is Don Louis de Requesens. Hij was op 17 november 1573 te Brussel aangekomen en had op 1 december de zaken van Alva overgenomen. 116

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1983 | | pagina 120