IV Ommekeer. Het dieptepunt in de loopbaan van de Prins bleek echter een kwestie van een luttel aantal da gen. Wie kon voorzien dat bij de overgave van Zierikzee een spectaculaire ommekeer ophanden was en dat de Spaanse soldaten niet in de stad zouden blijven? De overwinningsroes werd een kater toen er geen beloning, zelfs niet de achterstallige soldij van bijna twee jaar, viel te verwachten, doordat er geen geld was. Als gevolg daarvan zeg den zij de gehoorzaamheid aan hun officieren op en kozen leiders uit eigen kring, waarbij zij een soort van revolutionair comité vormden (27). Zij trokken naar Brussel om hun recht te gaan halen en alle andere Spanjaarden die dit hoor den voegden zich schielijk bij hen, ook die uit Goes. Dit was het begin van de schrikwekkende Spaanse furie. De Prins van Oranje was nu ineens uit de brand. De reactie in de Nederlanden had de Pacificatie van Gent tot gevolg, gesloten tussen alle zuide lijke en noordelijke gewesten, ondertekend op 8 november 1576. Voor Zuid-Beveland ging het echter nog niet geheel naar wens; doordat men niet de zijde van Oranje had gekozen was er ook geen plaats in de Zeeuwse Staten, hetgeen pijnlijk werd ge voeld. Onderhandelingen werden geopend om tot een vergelijk te komen. Blois van Treslong, de veroveraar van Den Briel en van Vlissingen in 1572 en admiraal der Zeeuwse vloot, werd naar Goes genodigd om met de heren te spreken (28). Dijkgraaf Blancx speelde als medeonderhandelaar een belangrijke rol, naast degenen die „van weghen der stadt van der Goes" konden spreken, doordat hij als dijkgraaf „voire 't gemeen landt" (29) opkwam, dat wil zeggen dat hij het platteland van Zuid-Beveland vertegenwoordig de. Tenslotte werd men het eens en de zgn. Satisfactie werd ondertekend op 22 maart 1577. Een belangrijke voorwaarde uit de overeenkomst, zo niet de belangrijkste, althans voor de he ren onderhandelaars zelf, was dat de wet niet zou worden verzet, waardoor de zittende magi straten, zoals dijkgraaf Blancx, hun functie behielden. Hunnerzijds beloofden zij zich loyaal naar de richtlijnen van de Prins van Oranje te zullen gedragen. Dat de dijkgraaf zich aan deze belofte heeft gehouden blijkt wel hieruit, dat hij later door de Prins benoemd werd tot opperdijkgraaf van het gehele eiland Zuid-Beveland en het eiland Wol- phaartsdijk (30), een functie die na zijn dood niet meer werd vervuld en die naar aard en we zen pas weer per 1 januari 1959 werd voortgezet door P.J.J. Dekker. Hier volgt nog een merkwaardig citaat van na de totstandkoming van de Satisfactie, let wel, slechts drie dagen daarna! Jan Foortszoon ter Vesten en Jan Willemszoon, beiden gezworens, zijn de 25ste maart 1577 gereisd over Vlaanderen naar Willebroek en Vilvoorde alwaar zijlieden gekocht hebben ze kere kwantiteit van rijs, platte- en ronde scorrestenen (31). En ook alom in het passeren door Vlaanderen (hebben zij) kerkweten besteld, dat men aan de Westwatering (32) diverse bestedingen zou houden om dijken uit te zetten, te verhogen en te versterken door middel van karren en kruiwagens' (33). 122

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1983 | | pagina 126