Deze cijfers tonen aan, dat het aandeel van Laag II in de Hervormde Kerk relatief klein is: 29,1% tegenover 30,1% (totale bevolking) en 40%(Afgescheiden Gemeente). Laag II is dus in de Afgescheiden gemeente oververtegenwoordigd, zowel in vergelijking met de stad als met de Hervormde Kerk. Tevens blijkt, dat de laatste groep een oververtegenwoordiging van Laag 1 te zien geeft: 4,9% tegenover 3,9% (stad). Het contrast met de Afgescheiden Gemeente tekent zich duidelijk af. Voor zover de gemeenteleden vóór hun besluit tot afscheiding in de hoofdelijke omslag der Hervormde Kerk werden aangeslagen, kunnen we hun vermogenspositie nader bepa len. In 1836 werden in totaal 369 lidmaten aangeslagen. Het betrof gezinshoofden, alleen staanden en weduwen, die over vaste inkomsten beschikten. Exacte criteria voor de vast stelling van de hoogte der aanslag hebben we voor dit jaar niet tot onze beschikking. Wel is er een lijst uit 1856, waaruit blijkt dat de laagste aanslag a f 0,50 correspondeer de met een jaarlijks inkomen van f 400,— a f 500,— (34). Als JM. M. de Meere stelt, dat het gemiddelde zomerdagloon van een arbeider uit Zeeland gedurende de eerste helft der negen tiende eeuw f 1,— a f 1,10 bedroeg, dan lijkt het zeer aannemelijk, dat een groot deel der ar beiders, knechts e.d. niet in de belasting werd aangeslagen (35). Dit vermoeden wordt ge steund door een onderzoek naar de beroepen, die in 1835 door de belastingplichtigen werden uitgeoefend en waaruit blijkt, dat slechts weinig mensen uit laag III belasting waren verschul digd (36). Onder de afgescheidenen bevonden zich vele mensen die, ofschoon lidmaat en ge zinshoofd, niet werden aangeslagen. In het onderstaande kunnen we dus slechts de positie van de meer welgestelde gemeenteleden aangeven en haar vergelijken met die van de hervormde lidmaten. Het overzicht stelt ons tevens in staat de heterogene tweede laag, waartoe vele af gescheidenen behoorden, nader te differentiëren. Tabel VIII Hoofdelijke omslag Hervormde Kerk 1836. Hervormd Afgescheiden Klasse Bedrag Totaal Abs. Abs. 1 f. 27,- 8 8 2,3 2 f. 24,- 7 7 2,0 3 f. 20,- 14 14 4,1 4 f. 16,- 15 15 4,4 5 f. 12- 13 12 3,5 1 3,7 6 f. 8,— 39 38 11,1 1 3,7 7 f. 6,50 20 18 5,3 2 7,4 8 f. 4,80 24 21 6,1 3 11,1 9 f. 3,50 35 32 9,4 3 11,1 10 f. 2,70 55 49 14,3 6 22,2 11 f. 2- 21 21 6,1 12 f. 1,45 45 42 12,3 3 11,1 13 f. l,- 37 33 9,6 4 14,8 14 f. 0,70 23 21 6,1 2 7,4 15 f. 0,50 13 11 3,2 2 7,4 369 342 100,- 27 100,- (37) Slechts één afgescheidene werd in éénder vijf hoogste klassen aangeslagen. Het merendeel der gemeenteleden viel in de laagste vijf vermogensklassen: 62,9% Hieruit kunnen we conclude ren, dat zij overwegend tot de lagere regionen van Laag II behoorden. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1983 | | pagina 61