In het begin van de twintiger jaren werd een teruggang merkbaar, die zowel invloed had op het ledenaantal, als op de omzet en het verbruik van de brandstoffen. Tevens werden er verliezen geleden, zodat de kontributie verhoogd moest worden van 25 naar 50 cent (74). In 1925, bij de viering van het 10 jarig bestaan, was het ledenaantal teruggelopen tot beneden de 200, en werd er een schamele winst van f 329,83 geboekt, kortom een flinke terugval in vergelijking met de positie van de vereniging in 1919. De toestand herstelde zich echter weer in de tweede helft van de jaren '20, en er kon weer meer winst geboekt worden. In 1931 trof een schandaal de kolenvereniging. Bij een kontrole door accountant De Roo uit Goes van de kasboeken, bleek dat de penningmeester verschillende posten die ontvangen waren, niet inge schreven had, en dat over een periode van zo'n vijfjaar, van 1925 tot 1930. De penningmees ter werd afgezet en een nieuwe werd benoemd; verder werden de boeken in beslag genomen door de justitie (76). Op de algemene ledenvergadering van de koöperatieve vereniging van januari 1932 werd gekonstateerd dat de leden het vertrouwen in hun vereniging hervonden hadden. Desondanks kostte deze affaire de vereniging geld, leden en prestige. De neergang kon niet meer in bloei worden omgezet; het ledenaantal daalde in 1937 onder de 150 personen, de uitgaven bedroegen f 4.618,—. Daartegenover stond dat de kontributie weer tot het oude peil gedaald was, namelijk 25 cent. Verder had het bestuur nog kans gezien om de bergplaats van een betonnen vloer te voorzien (77). In de laatste jaren vóór de oorlog vond nog een licht herstel plaats: de schulden konden afge lost worden. In de oorlog kon de vereniging haar doelstellingen uiteraard niet meer nakomen. Na de oorlog bleek al spoedig dat, door de opkomst van andere energiebronnen, de steenkool behoefte zozeer gewijzigd was, dat de kolenvereniging geen bestaansreden meer had. Vrij snel na de oorlog is ze dan ook opgeheven. Algemene Nederlandse Timmerliedenbond, afdeling Heinkenszand en omstreken. In 1917 kwam het tot de oprichting van een afdeling A.N.T.B. in Heinkenszand en omstreken. Het initiatief kwam van het afdelingsbestuur van Goes van de A.N.T.B., dat hiertoe een ver gadering belegde te Heinkenszand. Deze vergadering werd op 28 juli gehouden en staande de vergadering werd een afdeling opge richt en traden 11 leden toe. Tevens werd er een bestuur gevormd van 3 personen (78). De afdeling ging voortvarend te werk: ze stuurde in september van 1917 een rekest aan de ge meenteraad, waarop in december een beslissing genomen werd. De gemeente ging de afde ling jaarlijks met f 7,50 subsidieëren (79). Kort daarop was de afdeling betrokken bij onder handelingen met de werkgevers in hun vakgebied over het afsluiten van een Collektieve Ar beidersovereenkomst (CAO) op Zuid-Beveland; als resultaat werd een dergelijke overeenkomst op 5 februari 1918 afgesloten (80). Zoals reeds vermeld, besloeg de afdeling meer dan alleen het grondgebied van de gemeente Heinkenszand. Zo werd ook bij de gemeenteraad van 's-Heer Arendskerke een verzoek inge diend om toe te treden tot het Werkloosheidbesluit van 1917 (81). Na deze bliksemstart verdween de afdeling uit de berichtgeving. Ook andere bronnen, zowel schriftelijk als mondeling, konden ons verder geen informatie meer leveren over het lot van deze afdeling. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1983 | | pagina 87