De bond hield zich veelvuldig bezig met het richten van rekesten aan allerlei instanties die te
maken hadden met landarbeiders. Steeds probeerde men de werk- en leefomstandigheden van
de arbeiders te verbeteren. Als voorbeeld noemen wij een brief die men schreef aan het be
stuur van het waterschap 's-Heer Arendskerke om te willen voorzien in een werkverschaffings-
objekt voor werkloze arbeiders; tevens werd naar het hoofdbestuur van de bond geschreven
om de uitkeringen via de eigen organisatie te laten lopen, en deze ook een geheel jaar te laten
plaatsvinden (107).
Vooral op het gebied van de steunregeling en extra voorzieningen voor werklozen was de af
deling aktief (108). Het ledenaantal liep in de jaren dertig nog enigzins op; in 1936 telde men
42 leden (109). Ook richtte men bij tijd en wijle de blik buiten de gemeente; de afdeling was
betrokken bij de onderhandelingen op Zuid-Beveland voor een betere loonregeling en rechts
positie voor de landarbeiders (110).
Aan het begin van de tweede wereldoorlog werd ook deze afdeling op non-aktief gesteld, om
na deze tijd op te gaan in het CNV.
Nationale Bond van Landbouw en Maatschappij (111).
Een organisatie die weinig te maken had met de sociale ontwikkeling van de landarbeiders in
Heinkenszand maar wel met de landarbeiders en boeren, was Landbouw en Maatschappij.
Deze bond had nogal wat aanhang in Heinkenszand in de tweede helft van de dertiger jaren.
Voornamelijk boeren en landarbeiders traden tot deze bond toe. Doel van deze organisatie
was belangenbehartiging voor de boerenstand, die als draagpijler van de maatschappij gezien
werd. Later fuseerde Landbouw en Maatschappij met het Boerenfront van de N.S.B.
Vanaf 1935 werd er in Zeeland propaganda gemaakt voor de bond, en nam het ledental snel
toe, zodat reeds binnen enkele maanden een afdeling Zuid-Beveland in het leven kon worden
geroepen. Als vervolg hierop werd in januari van 1936 te Heinkenszand een propagandabij-
eenkomst belegd. Het resultaat van deze vergadering was behoorlijk te noemen: 40 nieuwe le
den werden bij die gelegenheid geregistreerd (112).
Op een enkele maanden later georganiseerde avond traden nog eens 12 nieuwe leden toe tot de
organisatie, die aan belangstelling niets te kort kwam (113). Een logisch gevolg van deze
gunstige ontwikkeling in Heinkenszand was het plan om een afzonderlijke afdeling voor dat
dorp op te richten. Behalve de konstatering dat de bond zich in Heinkenszand veel aanhangers
verwierf is er over een eventuele afdeling Heinkenszand van Landbouw en Maatschappij niets
meer uit de bronnen te halen. Wel over de Zuidbevelandse afdeling, en ook over de Zeeuwse
Agrarische Bond.
Daar dit echter buiten het verband van ons artikel valt, blijft het hier verder achterwege.
Werkloosheid en werkverschaffing
Tijdens de in dit artikel behandelde periode kwamen twee periodes voor van grote werkloos
heid. Aan het einde van de 19de eeuw (1878-1895) de grote landbouwkrisis, en in de dertiger
jaren van deze eeuw de grote krisis in de wereldekonomie.De krisis die vooral de landbouw
trof werd zeer in het algemeen veroorzaakt door enorme toename van de buitenlandse ko-
kurrentie, die de markt overspoelde met produkten die voor een onwaarschijnlijk laag bedrag
van de hand gingen. Vooral de import van granen uit de Verenigde Staten, maar ook uit
Argentinië, Rusland en Brits-Indië veroorzaakten voor de boerenstand grote problemen. In
deze jaren, hoogtij van het liberalisme, waren er van de overheid geen beschermende maatrege
len te verwachten, en liet men de boeren en arbeiders aan hun lot over. Zoals ook elders werd
88