te Heinkenszand besparing op arbeidskosten gevonden in vermindering van het aantal boeren arbeiders. Hierdoor bleven allerlei werkzaamheden achterwege en trad een ernstige verwaar lozing in van de boerenbedoeningen. Vooral winter en voorjaar waren de perioden waarin de werkloosheid, en dus de armoede, woekerde (114). Onder deze omstandigheden kwam vertrek naar elders op grote schaal voor. Het bewonersaantal daalde zelfs tussen 1880 en 1900 met 48. Dit is niet vreemd als we weten dat bijvoorbeeld alleen al in maart 1885 zo'n 70 personen de gemeente verlieten (115). Door het gemeentebestuur werd weinig gedaan om de nood te ver lichten. Werkverschaffing was een onbekend begrip in het Heinkenszand van die tijd. De ver schillende kerkgenootschappen gaven hun lidmaten of parochianen bedeling mits zijn zich naar de geldende normen op moreel gebied gedroegen. In een kleine gemeenschap als Hein kenszand kende men iedereen; de bedeling kon dan ook per gezin of persoon variëren (116). De ekonomische situatie verbeterde na 1895 snel, de welvaart begon langzaam toe te nemen. Na de ineenstorting van de beurskoersen in de Verenigde Staten ontstond een krisis, die de hele wereldekonomie ontwrichtte, al spoedig gevolgd door een grote werkloosheid;. Ook in Heinkenszand steeg het aantal werklozen aan het begin van de dertiger jaren schrikbarend. Ter plaatse werd in 1931 een kommissie in het leven geroepen, die zich ging bezighouden met het zoeken naar objekten van werkverschaffing (117). In overleg met andere instanties zoals het waterschap 's-Heer Arendskerke en de Heidemaatschappij werden projekten gezocht. In werk verschaffingskader werden werken uitgevoerd aan Clara's Pad in het dorp, aan de Zuidzakse- dijk, in de Louisepolder, aan de Oudekamerseweg, en aan de Heinkenszandseweg. Ook werd de vest bij de rooms-katholieke kerk uitgebaggerd, op kosten van de gemeente en de parochie. Later werden arbeiders uit Heinkenszand te Wolphaartsdijk aan het werk gezet. In 1939 trad de gemeente toe tot de afdeling Zeeland van de Heidemaatschappij (118). Heinkenszand werd in 1934 aangewezen door de minster van Sociale Zaken als proefgemeente om werkloze land- en tuinbouwarbeiders in dergelijke bedrijven te doen opnemen met steun van rijk en gemeente. In de praktijk konden bedrijven die arbeiders nodig hadden een beroep doen op deze regeling, waarbij de gemeente ingeschreven werklozen toewees. Al spoedig bleek de proef te mislukken, omdat de boeren alleen die arbeiders namen, die boven hun uitkering nog een toeslag van hun bond kregen, en waarvoor ze dus niets hoefden te betalen. Boven dien werden de arbeiders steeds maar voor korte tijd aangenomen, als er een karwei moest worden afgemaakt (119). Eén jaar later werd een dergelijke regeling opnieuw van kracht, nu alleen door de gemeente opgezet, die hiertoe een speciale kommissie aanwees (120). Het ver strekken van steun aan werklozen werd vanaf 1936 in een gemeenschappelijke regeling met omliggende gemeenten uitgevoerd. Het voornaamste doel was om een efficiënte kontrole op de steunverlening te verkrijgen. Elk jaar werd na de periode van grote seizoenswerkloosheid, winter en voorjaar, de uitkering van steun teruggedraaid of stopgezet. Meestal hield de steun vanaf juli op (121). We zullen ons nu bezighouden met de praktische kanten van de werkverschaffing; hierbij zal de kontroverse tussen arbeiders en werkgevers/gemeentebestuur nader toegelicht worden. De arbeiders die in de werkverschaffing terecht kwamen moesten het stellen met zeer weinig salaris. In 1931toen begonnen werd aan de verbetering van Clara's Pad, werd per dag aan elke arbeider f 2- uitgekeerd, zeer weinig; het gemeentebestuur gebruikte hierbij als argument, dat bij de gedupeerde arbeiders de prikkel om zelf werk te zoeken aanwezig moest blijven. Dat er gewoon geen werk voldoende was deerde de bestuurders daarbij niet. In 1932 bedroeg het uurloon 21 cent, bij een arbeidsdag van acht uur. Aan het einde van dat jaar werd een steun- 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1983 | | pagina 93