Als ander bronnenmateriaal gebruikten wij de le en 2e Tienjarige Volkstelling van 1830 resp. 1840 (10). De oorspronkelijke registers zijn in het gemeentearchief van Kortgene be waard gebleven. Deze registers zijn momentopnamen en bevatten naast adressen, namen, beroepen, leeftijden, geboorteplaatsen, het geslacht, burgerlijke status en de godsdienst van de Kortgeense bevolking. Voorts maakten wij gebruik van het "Tableau van het Getal der Inwoners" uit 1807, een uitgebreide volkstelling uit de Franse tijd (11). In hoofdstuk 2 stellen wij de ontwikkeling van het algemene bevolkingsverloop van Kort gene aan de orde. Naast de totalen van huwelijken, geboorten en sterften wordt eveneens het seizoenpatroon van deze demografische variabelen onderzocht. Vervolgens behandelen we de huwelijksstructuur. In hoofdstuk 3 onderzoeken we de ge middelde huwelijksleeftijd bij eerste huwelijk, de huwelijksfrequentie en de verdeling van de huwelijken naar leeftijdsgroepen. We besteden hierbij ook aandacht aan de migratie, gedwongen huwelijken en analfabetisme. De hoofdmoot van ons onderzoek behelst het huwelijksreconstructie,-onderzoek in hoofd stuk 4. Het belangrijkste oogmerk is het analyseren van de huwelijksvruchtbaarheid van de Kortgeense bevolking. In deze paragraaf komen ook de oorzaken van de verschillen in de huwelijksvruchtbaarheid aan de orde. De omvang en structuur van de huishouding is onderwerp van bespreking in hoofdstuk 5. Het onderzoek wordt besloten met een samenvatting van de belangrijkste resultaten. Hoofdstuk 2. Bevolkingsontwikkeling In dit hoofdstuk wordt de algemene bevolkingsontwikkeling van Kortgene nader bekeken. In eerste instantie richten wij het oog op de stichting van de nederzetting Kortgene. Na de behandeling van de evolutie van de bevolkingsgrootte zijn de totalen van de huwelijken, geboorten en sterften aan de orde gesteld. Tenzij anders vermeld handelt ons onderzoek over de periode 1811-1854. 2.1 Kortgene historisch De inwoners van Noord-Beveland hebben eeuwen lang strijd tegen het water gevoerd. Ge durende de jaren 1530/32 ging het eiland door stormvloeden geheel ten onder. Dergelijke rampen konden zich niet in de laatste plaats voltrekken door achterstallig dijkonderhoud en het ontbreken van binnendijken in de Oud-Noordbevelandse polders (12). Na een "drijvende" periode van 1530-1598 vond weer herdijking plaats en begon men met de bouw van nieuwe nederzettingen. Zo herrees het eiland in een tijdsbestek van enkele eeuwen weer geheel uit het water. De bestaansmogelijkheden van de nieuwe pol ders waren in hoofdzaak gebaseerd op landbouw en veeteelt. De belangrijkste ambachtsheren van het poldergebied waren de prinsen van Oranje; de ambachtsheerlijkheid Kortgene kwam in handen van de familie Nassau-Odijck. In 1795 vervielen alle bezittingen aan de Bataafse Republiek (13). De belangrijkste bouwheer van Oud-Kortgene was Philips van Borsele, rentmeester-gene raal van Zeeland-Bewesten en Zeeland-Beoosten Schelde (14). Hij bezat vele goederen op het eiland en verkreeg van graaf Willem van Beieren in 1417 toestemming om van het dorp Cortekine een stad te maken. In deze nederzetting het hij een kasteel en een paro chiekerk bouwen. 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 101