tot een welgesteld landbouwer, die in de tijd van het uitstapje naar Zeeland al op zijn lauweren rust, maar nog wel üd van de Friese Maatschappij van landbouw, afd. Oost- dongeradeel. Als hij in juni 1884 op huize Doomeburg logeert, ontmoeten hij en zijn gastheer op zondag 29 juni bij het uitgaan van de kerk in Maarssen Adriaan Klap, die de derde deelnemer aan het reisje zal worden. Adriaan Klap is een Zeeuw, geboren op 28 februari 1828 te Vlake in de gemeente Schore als zoon van de landarbeider Comelis Klap (1802-1832) en Martina Glerum (1807-1885). Als hij op vieijarige leeftijd zijn vader verliest blijft zijn moeder te Vlake achter in een niet al te ruime financiële situatie. Zij hertrouwt echter al in 1833 met Jacob de Kok, afkoms tig van Kloetinge en in die tijd boerenknecht te 's-Gravenpolder, die bij haar intrekt. Ook Adriaan Klap zelf wordt boerenknecht en trouwt op 7 juni 1849 in Schore met Johanna Catharina Hillegonda Dronkers. Materieel gezien een goede partij, want Johanna is de dochter van een aannemer van grote publieke werken. Haar vader, Adriaan Pieter Dron kers, geboren in Axel in 1802, woonde geruime tijd in Middelburg, waar hij in 1827 trouwde met Geertruida Cornelia Blaakhert en waar op 21 januari 1830 ook Johanna werd geboren, maar verhuisde later naar Schore en trok zich betrekkelijk vroeg uit de aan nemerswereld terug. Dit laatste in tegenstelling met zijn broer Dirk wiens naam verbonden is aan grote projekten, zoals de zeeuwse spoorlijn. In Schore trouwt eerst zijn zoon Jo hannes Pieter Jacobus Dronkers met Adriana Klap op 21 december 1848 en een halfjaar later zijn dochter Johanna met Adriana's broer Adriaan Klap. Johanna is dan al in ver wachting van een dochter, die drie maanden na de huwelijkssluiting op 28 september 1849, wordt aangegeven door haar man, maar om onverklaarbare redenen in de burger lijke stand van Schore wordt ingeschreven met de achternaam Dronkers. Adriaan Klap en zijn vrouw Johanna kunnen na hun trouwen in Schore een bakkerij beginnen, daartoe in staat gesteld door Johanna's vader. Als Adriaan op 30-jarige leeftijd, in 1858 het overlij den van zijn schoonvader aangeeft, noemt hij zich broodbakker en in diens memorie van suksessie heten hij en zijn vrouw winkeliers. Adriaan Pieter Dronkers overlijdt te Schore op 29 oktober 1858 en laat behalve zijn vrouw twee erfgenamen na, te weten zijn beide kinderen Johannes Pieter Jacobus, veearts te Middelhamis, en Johanna Catharina Hillegonda getrouwd met Adriaan Klap. De onroe rende goederen van zijn nalatenschap bestaan uit huizen te Schore, Middelburg en Melis- kerke en 120 bunder land, waarvan het meerendeel gelegen is te Schore en omgeving. Met de portie van Johanna in eigendom en grote delen van de porties van zijn schoonmoeder en zwager in pacht is Adriaan Klap plotseling een grote boer geworden. Hij heeft de wind mee, want de landbouw kent juist een voorspoedige periode en ook de onteigening van gronden ten behoeve van het Kanaal door Zuid-Beveland brengt hem geen windeieren. Toch geeft hij er, nog maar net 47 jaar oud, in 1875 de brui aan en verhuist om onbeken de redenen naar Maarssen in Utrecht. Zijn vrouw Johanna koopt in februari van dat jaar van Johan Hendrik Floris van Ewijck, kantonrechter te Maarssen, de buitenplaats Nieuw koop aan de Zanderijweg aldaar voor de som van f 5050,— en in maart neemt het gezin Klap er zijn intrek. Naast Adriaan en zijn vrouw bestaat dit gezin op dat moment uit twee dochters van respecktievelijk 23 en 8 jaar oud, zijn schoonmoeder Geertruida Cornelia Blaakhert, weduwe van de aannemer Dronkers, een nichtje van zijn vrouw, Susanna Pau lina Adriana Dronkers, en drie dienstboden. Twee kinderen zijn dan blijkbaar al het huis uit. In totaal zijn uit het huwelijk van Adriaan Klap en Johanna Dronkers te Schore zes kinderen geboren: Cornelia Martina (28 sept. 1848), gehuwd met ds. Jan Antony de Vlie ger, predikant te Maasland; Geertruida Johanna (19 dec. 1851), verhuist mee naar Maars sen en trouwt er in 1876 met ds. Antony Hendrik Rooze, predikant te Zwartsluis; Pieter Adriaan (23 febr. 1854), overlijdt al in 1858; Adriana Pietemella (17 jan. 1860), overlijdt in augustus daaraan volgend; Pieter Adriaan (28 juni 1862), wordt niet als wonend te Maarssen ingeschreven en zit ten tijde van de verhuizing vermoedelijk op een kostschool, studeert in 1883 letteren aan de universiteit te Leiden, maar blijkt in 1890 doctorandus in de godgeleerdheid te zijn; Adriana Pietemella (20 aug. 1866), gaat mee naar Maarssen, 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 10