Tabel 3.4. Gemiddelde huwelijksleeftijd bij eerste huwelijk naar beroepscategorie
beroepscategorie
aantal huwelijken
gemiddelde huwelijksleeftijd
man (loontrekkende)
200
26,5
vrouw (loontrekkende)
212
24,5
man (zelfstandige)
45
26.3
vrouw (zelfstandige)
53
24,5
Bron: gezinskaarten
Eerder hebben wij gezien dat de totale gemiddelde huwelijksleeftijd over de periode
1811-1854 in Kortgene 26,5 jaar voor mannen en 24,5 jaar voor vrouwen bedroeg. Uit
onze gegevens in tabel 3.4 blijkt dat loontrekkenden niet eerder huwen dan zelfstandigen;
het vermeende verband tussen beroepsgroep (i.e. het verrichten van arbeid loondienst)
en een lage gemiddelde huwelijksleeftijd in vergelijking met andere beroepsgroepen wordt
derhalve niet door ons onderzoek onderschreven.
Hierbij moet echter aangetekend worden dat ons onderzoeksmateriaal beperkt van om
vang is en dat toevallige faktoren een relatief grote invloed kunnen uitoefenen.
In paragraaf 4.1. traceren wij de gevolgen die het niveau van de gemiddelde huwelijksleef
tijd kan hebben voor de huwelijksvruchtbaarheid.
3.2 Huwelijksfrequentie
De Volkstellingen van 1830 en 1840 stellen ons in staat de structuur van de Kortgeense
bevolking nader te onderzoeken. In de eerste plaats kan worden vastgesteld dat Kortgene
nagenoeg een homogeen protestantse samenstelling van de bevolking kende. Vervolgens
verdelen we de beschikbare bevolkingsgegevens in 5-jarige leeftijdsgroepen (tabel 3.5).
Tabel 3.5. Leeftijdsstructuur van de Kortgeense bevolking in 1830 en 1840
1830
1840
Leeftijds
groepen
mannen
vrouwen
totaal
mannen
vrouwen
totaal
abs.
abs.
abs.
abs.
abs.
abs.
0- 4
57
14,7
55
13,4
112
14,1
74
16,5
72
15,8
146
16,1
5- 9
47
12.2
59
14,7
106
12,8
53
11,8
56
12,3
109
12,0
10-14
46
12,1
53
12,9
99
12,5
43
9,6
47
10,3
90
9,9
15-19
22
5,7
37
9,0
59
7,5
46
10,4
49
10,7
95
11,2
20-24
34
8,6
40
9,6
74
9,4
39
8,7
41
9,0
80
8,8
25-29
40
10,4
34
8,2
74
9,4
25
5,6
32
7,0
57
6,3
30-34
33
8,5
28
6,8
61
7,7
26
5,8
27
6,6
53
5,8
35-39
16
4,2
26
6,2
42
5,3
29
6,5
35
7,5
64
7,1
4044
20
5,2
17
4,1
37
4,7
29
6,5
28
6,1
57
6,3
4549
16
4.2
10
2,4
26
3,2
17
3,8
18
3,9
35
3,8
50-54
12
3,2
16
3,9
28
3,4
24
5,4
14
3,0
38
4,2
55-59
19
4,9
13
3,1
32
4,2
12
2,7
7
1,5
19
2,1
60-64
5
1,3
9
2,1
14
1,7
8
1,8
13
2,8
21
2,3
65-69
9
2,4
7
1,7
16
2,1
6
1,3
6
1,3
12
1,3
70-74
6
1,6
5
1,2
11
1,3
7
1,6
8
1,8
15
1,6
75+
3
0,8
3
0,7
6
0,7
9
2,0
2
0,4
11
1,2
Totaal
385
100,0
412
100,0
797
100,0
447
100,0
455
100,0
902
100,0
Bron: Volkstelling 1830 en 1840
108