te Kortgene huwden, van andere plaatsen afkomstig? Wel kan uit tabel 3.7 worden afge
leid in hoeverre bij de te Kortgene gesloten huwelijken personen, die van elders kwamen,
betrokken waren. Het betreft hier alle huwelijken die in de periode 1811-1854 zijn ge
sloten (N=292).
Tabel 3.7. Plaats van herkomst van bruid en bruidegom, 1811-1854
Bruid
Bruidegom
Kortgene
Kats
Colijnsplaat
Wissenkerke
elders
totaal
Kortgene
Kats
Colijnsplaat
Wissenkerke
elders
84
8
14
23
11
9
1
23
1
1
2
4
30
1
4
4
4
48
2
3
7
8
194
12
22
36
28
Totaal
140
10
31
43
68
292
Bron: Burgerlijke Stand Kortgene
Weinig verrassend is dat uit de tabel blijkt dat de migratie op korte afstand - hier: eilande-
lijke migratie - de boventoon voert. Onder de 20 bruiden van "elders" bevinden zich
bovendien nog 6 vrouwen uit Wolphaartsdijk; deze plaats ligt tegenover Kortgene op de
kust van Zuid-Beveland en tot 1953 bestond tussen deze twee plaatsen een veerverbin-
ding. De resultaten van de tabel samenvattend: 76,7% van de mannen is uit Kortgene of
uit een andere plaats op Noord-Beveland afkomstig, bij de vrouwen is dit 90,^%.
Een andere methode om het migratiepatroon te benaderen - vóór de invoering van het be
volkingsregister rond 1850 - is het registreren van de "vernieuwing" van achternamen
binnen een bepaalde bevolkingsgroep (40). Onze onderzoeksperiode is echter van te korte
duur om een dergelijke onderzoeksmethode te rechtvaardigen, bovendien komen bepaalde
familienamen in Kortgene veelvuldig voor.
3.4 Analfabetisme
In de inleiding is reeds vermeld dat het al dan niet kunnen ondertekenen van de huwe
lijksakte door de huwenden tevens op de gezinskaarten door ons is aangetekend. Aller
eerst moet de vraag worden gesteld of het criterium "handtekeningzetters" bruikbaar is
voor beoordeling van de scholingsgraad van de leden van een samenleving.
Ongetwijfeld waren er velen die de schrijfkunst niet beheersten, maar daarentegen wel
enige leesvaardigheid bezaten. Deze mensen zijn in feite als een soort "half-alfabeten" te
kenschetsen. Van der Woude noemt diegene alfabeet, die het alfabet zowel actief (schrij
ven) als passief (lezen) kan gebruiken (41). Uitgaande van deze omschrijving als indicator
voor analfabetisme is vergelijking met andere onderzoeksresultaten mogelijk.
Uit deze tabel blijkt dat in de eerste helft van de 19e eeuw het percentage analfabete
vrouwen het dubbele was van dat bij mannen; in de loop van onze onderzoeksperiode
dalen deze percentages. Dat vrouwen in grotere getale analfabeet zijn dan mannen sluit
aan bij het algemene beeld van deze tijd. Voor Nederland als geheel zijn de regionale ver
schillen echter groot en in dit licht confronteren wij de cijfers van Kortgene alleen met
Zeeuwse onderzoekingen in het onderhavige tijdvak.
110