Het convexe patroon van de grafische voorstelling in grafiek 4.1 weerspiegelt een natuur lijk gedragspatroon. Een maximale vruchtbaarheid doet zicli voor op de leeftijd van 20-24 jaar (Kortgene 0,529; Havelte 0,409). In de volgende klassen valt een vertraagde afname van de coëfficiënten te ontdekken. Vooral bij het bereiken van de 40-jarige leeftijd neemt de steriliteit sterk toe. Dit betekent dat de fecundiciteit van de vrouwen in de groep van 45 49 jaar verwaarloosbaar klein zal worden (Kortgene 0,029; Havelte nihil). In vergelijking met Havelte lag het niveau van de huwelijksvruchtbaarheid in Kortgene substantieel hoger, het Kortgeense cijfer overtrof ook ruimschoots de hoge positie die Zeeland als provincie bezette in het voorgaande overzicht van de provinciale huwelijks vruchtbaarheid in de periode 1851-1855 (zie tabel 4.1). Buissink heeft betoogd dat bij een huwelijksvruchtbaarheid van meer dan 340 o/oo geen gezinsbeperkende maatregelen in het geding zijn (56). Andere onderzoekers zetten vraag tekens bij deze grens (57). Lettend op het Kortgeense vruchtbaarheidsniveau lijkt het er op dat regulatie van het kindertal hier geen rol van betekenis heeft gespeeld. Om dit aspect kwantitatief te benade ren moeten de tijdafstanden tussen de geboorten in beschouwing worden genomen. In dien de geboorte-intervallen langer zijn dan 30 maanden kan geboorteregulering in zwang zijn geweest (58). In tabel 4.3 staan successievehjk de geboorte-intervallen van 1-18 maanden, 19-30 maan den en meer dan 30 maanden weergegeven. Tabel 4.3. Procentuele verdeling van de geboorte-intervallen in maanden interval interval interval periode tussen tussen van 31 of 1-18 maanden 19-30 maanden meer maanden 1811-1854 51,9% 27,8% 20,3% Uit deze verdeling valt af te lezen dat ongeveer 20% van de geboorte-intervallen betrek king heeft op een periode van 31 of meer maanden. Bij de interpretatie hiervan is voor zichtigheid geboden. Zo mag niet zonder meer worden gesteld dat bij 20% van de Kort geense gezinnen geboortebeperking werd toegepast, omdat zich onder de intervallen van meer dan 30 maanden ook onvruchtbare huwelijken bevinden en huwelijken waarbij één der partners vroegtijdig is overleden. Dupaquier en Lachéver hebben bij hun onderzoek naar de ontwikkeling van de geboorte beperking in de Franse stad Meulan een meer verfijnde techniek ontwikkeld voor analyse van de geboorte-intervallen. In het kielzog van Verduur wordt deze methode eveneens door ons in dit onderzoek gehanteerd; een aantal uitkomsten over Havelte confronteren wij wederom met onze bevindingen (59). De genoemde Franse onderzoekers verdelen de gereconstrueerde huwelijken met behulp van het volgende quotiënt: 117

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 119