5.2 Structuur van de huishoudingen Met agrarisch-ambachtelijke huwelijks- en voortplantingspatroon van Hofstee was er op gericht evenwicht tussen de groei van de bevolking en de bestaansmiddelen te bewerk stelligen. Dit werd bereikt door iaat en weinig huwen (lage geboortencijfers). Men huwde niet eerder voordat de bestaansmiddelen waren verzekerd. In een dergelijke economische orde voerden zelfstandige en op zelfvoorziening geënte bedrijven in handel en landbouw de boventoon. Een noodzakelijke voorwaarde voor een agrarisch-ambachtelijk patroon is een patriarchaal georganiseerde samenleving, d.w.z. bedrijfshuishouding en gezinshuishou ding worden gedomineerd door de vader (75). In dit licht is het belangrijk de structuur van de huishoudingen aan een nader onderzoek té onderwerpen. In Overijsel bleken 20,5% van alle huishoudingen uit familiehuishoudin gen te bestaan, d.w.z. huishoudingen met inwonende verwanten (76). Een bijzondere vorm van een familiehuishouding is de zgn. drie-generatie-huishouding, waarbij groot ouders, kinderen en kleinkinderen samenwonen. Slicher van Bath vond dat in 1749 in 68% van de familiehuishoudingen er sprake was van één of meer inwonende grootouders, hetgeen 14% van alle huishoudingen uitmaakte. Onderzoek voor Kortgene leerde dat hier 4% van de huishoudingen uit familiehuishoudin gen bestond en daarvan weer 2% uit drie-generatie-huishoudingen. Deze percentages gel den zowel voor de Volkstelling van 1830 als die van 1840. Voor het vraagstuk van het voorkomen van het agrarisch-ambachtelijk voortplantingspa troon - vooral getypeerd door het ongehuwd blijven van jongere zoons (broers) - moet voorts worden gekeken naar de aanwezigheid van ooms en broers aan het hoofd van de huishouding. In ons onderzoeksmateriaal kon dit in 1830 in 1,5% en in 1840 in 2% van de gevallen worden geconstateerd. Van een agrarisch-ambachtelijk patroon in de structuur van de Kortgeense huishoudingen is derhalve nagenoeg niets terug te vinden. Hoofdstuk 6. Samenvatting van de belangrijkste resultaten Het agrarisch-ambachtelijke huwelijks- en voortplantingspatroon van Hofstee wordt voor al gekenmerkt door laat en weinig huwen. In het demografisch patroon van Kortgene hebben wij een dergelijk restrictief karakter niet teruggevonden. Integendeel, de Kort geense mannen en vrouwen huwden in vergelijking met de landelijke en provinciale cijfers relatief vroeg en frequent, hetgeen resulteerde in een hoge huwelijksvruchtbaarheid. Het grote aantal gedwongen huwelijken (52,6% van het totaal) heeft in aanzienlijke mate bijgedragen tot het huwen op jonge leeftijd. Door het uitvoeren van een huwelijksreconstructie-onderzoek bleek uit de analyse van het patroon van de geboorte-intervallen dat geringe toepassing van borstvoeding in combinatie met een grote zuigelingensterfte eveneens een belangrijke rol moet hebben gespeeld bij het hoge Kortgeense vruchtbaarheidsniveau. De huwelijksvruchtbaarheid van Havelte lag in vergelijking met het Kortgeense niveau veel lager. Dit is niet verbazingwekkend: Verduin heeft voor het Drentse zandgebied aange toond dat toepassing van borstvoeding het aantal geboorten hier aanmerkelijk limiteerde. Ook in de structuur van de huishoudingen bleek in Kortgene vrijwel niets van het Hofstee patroon terug te vinden. 124

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 126