Blijkbaar heeft Van Ewijck de kontakten met de Zuid-Bevelandse familie van zijn vrouw blijvend onderhouden en heeft hij er vele kennissen. Enige relatie met Adriaan Klap, voor dat zij beiden lid zijn van de gemeenteraad van Maarssen hebben wij niet kunnen achter halen, behalve dan dat Klaps echtgenote in 1875 als zij nog op Zuid-Beveland woont uit gerekend van Van Ewijck de buitenplaats Nieuwkoop overneemt. De mogelijkheid dat het echtpaar Klap - Dronkers Van Ewijck kende, kan bij hun vertrek uit Zeeland de keuze voor Maarssen hebben beïnvloed. Als op zondag 29 juni 1884 na het uitgaan van de kerk de reisroute besproken is, laten de heren Van Haersma de With, Kloosterman en Klap er geen gras over groeien en ver trekken nog diezelfde dag om half vier in de richting Utrecht om vervolgens met de trein naar Goes te rijden, waar zij telegrafisch logies in hotel De Korenbeurs hadden besproken. Maandag de 30e juni bezichtigen zij Zuid-Beveland, logeren vervolgens in hotel De Doelen in Middelburg en rijden dinsdag de 31e rond over Walcheren om 's avonds per trein naar Bergen op Zoom te gaan en daar te overnachten in Hotel d'AngleterreOp de le juli ten slotte is Tholen aan de beurt en op het eind van die woensdag rijden de heren terug naar Maarssen. Zij besteden hun korte verblijf in Zeeland zeer intensief, staan 's ochtends zeer vroeg op en Klap maakt van alles aantekeningen, die dienen voor het verslag, dat door Van Haersma de With enkele dagen later, op 6 juli wordt opgesteld. Dit verslag, dat wel door Van Haersma de With is ondertekend, maar niet door hem is geschreven, is aange troffen in het familiearchief Van Haersma de With, dat sinds enkele jaren in het rijksar chief in Gelderland te Arnhem berust. Over de inhoud van het verslag is niet veel te zeggen, het spreekt voor zichzelf. Voor twee aspekten leggen de heren bijzondere belangstelling aan de dag: de zeeuwse landbouw en de zeeuwse vrouwen. Bij grondbezitters en oud-landbouwers is het eerste zondermeer te verwachten, het tweede is opvallend. Zo jong waren de heren nu ook niet meer: Van Haersma de With is ten tijde van de exkursie 62 jaar en al 20 jaar weduwnaar, Klap is 56 jaar en sinds een jaar weduwnaar en Kloosterman is al 75 jaar en nog steeds getrouwd. Overigens geldt hun belangstelling en hun lof vrouwen van alle leeftijden. Bovendien is het mogelijk dat hier vooral een persoonlijke noot van Van Haersma de With in het ver slag doorklinkt. Dat hij niet karig is in zijn lof voor vrouwen blijkt ook uit het feit dat hij de gouvernante Frederika Aenmeij, die tot 1865 zijn kinderen verzorgde, uit erkentelijk heid een levenslang vruchtgebruik van een kapitaal van f 12.500,— schenkt en in 1873 maakt hij eenzelfde gebaar tegenover de bonne Frederika Georgina Broedelet. Twee be zoeken in Zeeland zijn van te voren gepland: aan Martina Glerum, de 78-jarige moeder van Adriaan Klap, die nog steeds in Schore woont en, op verzoek van Van Ewijck, aan Pietemella Schippers te Kapelle. Pieternella was immers het kindermeisje geweest dat Van Ewijcks eerste vrouw, Adriana Paulina van der Bilt, nadat haar moeder als gevolg van haar bevalling in 1823 was gestorven, had opgevoed. Geboren in 1790 of 1791 is zij als de heren haar in 1884 bezoeken 93 jaar oud en woont zij in bij haar pleegkind Johannes Oele, gezworen van de Breede Watering bewesten Yerseke te Kapelle, nadat zij jaren lang getrouwd was geweest met Jan van Duine, burgemeester van Kapelle en Biezelinge van 1830 tot 1870. Tot slot nog een woord over de hoofdpersonen van het verhaal na hun exkursie. Jan Min- nema van Haersma de With vertrekt twee jaar later, in 1886, uit Maarsseveen naar Den Haag waar hij zijn intrek neemt bij zijn dochter Anna Cecilia op het huis Leeuwenhorst. Hij sterft in Den Haag op 19 november 1889 op 68-jarige leeftijd. Rense Willems Kloos terman overlijdt in zijn woonplaats Metslawier op 12 januari 1894, bijna 86 jaar oud, en zijn echtgenote Froukje Hylkes Hoekstra op 6 maart 1902, bijna 84 jaar oud. Adriaan Klap blijft met zijn jongste dochter en zijn schoonmoeder in Maarssen wonen. In 1889 vertrekt zijn dochter naar Den Haag. Klap overlijdt op 13 juli 1890 in de ouderdom van 62 jaar. Zijn nalatenschap, waaronder nog 5 percelen land in Schore, wordt geschat op 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 12