1. Kapelle Oostambacht (1528) gem. roed. Beloys ambacht voer Tekenburch 27 150 Maelsteden ambacht voir sint Janshouck op dye nijss 12 235 Bruelis ambacht benoerden Foert Lauwereys in Sint Janshouck 51 - Brteruede ambacht op die Wyda voir Foort Lauwes 46 150 Haemstede ambacht benoerden Poels Cornelis Ingelss 24 - totaal: 161 150 gem. roed. Sint Jansherenland (overloper 1583): 161 261 161 261 2. Kattendijke ambacht (1604) Jan Reygers houck 16 106 Den vijfgemeethouck 30 224 totaal: 47 30 47 30 3. Wemeldinge Oostambacht (1582) Sint Janshouck 11 202 11 202 TOTAAL: 220 193 fig. 2) Het bezit van de commanderij van Wemeldinge volgens de oudste overlopers van het waterschap de Brede Watering bewesten Yerseke dat met het erf als het ware op een drie-parochiënpunt gelegen was. De grens tussen Wemeldinge en Kapelle werd gemarkeerd door een oude restkreek, de Cutsee, die even ten westen van de commanderij aansloot op een waterloop uit de richting van Kattendijke die op zijn beurt de grens vormde tussen Wemeldinge en Kattendijke. De Cutsee zette zich richting Kapelle voort onder de naam Tieringe. Een meander van deze kreek die tot voor kort nog als een laagte in het terrein te herkennen was, omsloot driekwart van het erf van de St-Jansheren. Vermoedelijk was niet het gehele erf omgracht, want uit de over loper blijkt niets van een afsluiting rondom. De hierin vermelde Sint Jansheeren hoff ende boogaert vormden samen één groot perceel van 5 gem. 270 roed. dat deel uitmaakte van de St-Janshoek. Die werd in zijn geheel begrensd door de Cutsee in het zuiden, de waterloop naar Kattendijke in het westen, de heerenwech in het oosten.en de Lampeweg in het noorden (41). De heerenwech moet identiek zijn aan de huidige Blauwhuisweg/ Kerkeweg. Uit andere tekeningen in deze overloper blijkt duidelijk dat deze van de kerk langs de Blauwhuishoeve (het latere hof Maalkote) rechtstreeks naar de poort van het St-Janshuis liep, waar ook de Brede Wegeling uitkwam (42). Zoals duidelijk op het kaartje is te zien, lag het grootste deel van het bezit niet in de paro chie Wemeldinge, ten noorden van het huis, maar ten zuiden en ten oosten ervan in de ambachten van Kapelle en Kattendijke (43). De bodem bestaat hier uit zavelige klei die in de vroege middeleeuwen door de zee aan weerszijden van de genoemde kreken is afgezet. Veldnamen als de Wilde waerdekens en 't Weyken in de waert herinneren nog aan het op- slibbingsproces (44). Deze gronden zijn niet onvruchtbaar maar de opbrengst was steeds afhankelijk van de afwateringsmogelijkheden en die waren alleen voor de hogergelegen percelen gunstig. Wat brachten zij de commandeur op? 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 46