mijn, jaarlijks niet zoveel op als de oorspronkelijke rente. De benadeelde vruchtgebruiker van de commanderij van Wemeldinge, een zekere Paulus Theodoras van Uchelen, voerde drie jaar lang een vergeefse correspondentie met de Staat om zijn toelage verhoogd te krijgen. Voor ons heeft het weinig zin dit te volgen. Eindigde de commanderij formeel zijn bestaan pas in 1813, in wezen was hij al meer dan tweehonderd jaar eerder ter ziele gegaan. Toen de laatste Johannieter beheerder in 1594 elders resideerde en zijn belang- rijkste taak, het jaarlijks afdragen van een grote som geld ter ondersteuning van het moe derhuis in Utrecht en van de vecht- en verpleegactiviteiten van de Orde in het algemeen, was komen te vervallen, had de commanderij toch zijn reden van bestaan verloren. Gelet op de sterke betekenisvermindering van de Johannieter Orde na het wegvallen van de Turkse dreiging sinds 1572, kan dit einde niet dramatisch of voortijdig genoemd worden. BIJLAGE 1) Namen van de commandeurs van Wemeldinge (ontleend aan de in de tekst aangehaalde bronnen en literatuur) Sander van Raey 1478/1483 Lucas van der Huet 1484/1495 Goesen van Leeuwen 1508/1530 Simon de Confluencia 1540 Jan Herenburch 1550 Johannes Croeck 1561 Heinrich Vochss 1594 Aard Ploos 1619 Willem Hendrik Ploos van Amstel 1711/1713 Paulus Theodoras van Uchelen 1812/1815 BIJLAGE 2) Contract, waarin Goesen van Leeuwen, priesterbroeder van het Catharijne- convent te Utrecht, van balijer Gerefaes van Zomeren op bepaalde voor waarden het beheer van het bezitscomplex van de Orde te Wemeldinge op gedragen krijgt voor een termijn van tien jaar. 1508 oktober 18 Ic brueder Goesen van Leeuwen, priesterbrueder der convente van sinte Katherijnen t'Utrecht sinte Johans oirdens des heiligen hospitaels van Jherusalem, oorkondt allen lieden ende bekenne mit desen mynen openen breven alse dat my in manieren nabescre- ven voirden eerweerdigen heere Gerefaes van Zomeren, balier ende commenduer, ende voert dat ghemenen convent van sinte Katherijnen voirs. bevolen is ons oirdens huijs ende hof tot Wemelinghen in Zuytbevelandtgelegen, mit allen zijnen toebehoren, erven, landt, pachten, huyeren, thijnsen, ruerende ende onruerende, soe wy dat daer leggende hebben, dat the bewaren ten welick ende gheestelick the regeeren thien jare lanck naestcomende, ingaende Petri ad cathedram anno vijftienhondert acht nu lestleden, mit dustanigen voir- wairden tot wat tyden die balyer ende ghemeen convent off hoer nacomelingen my seyn seynden eenen priester broeder onser oirden mit welken ick vueren ende leyden sell een oirdelick gheestelick leven nair regulen ende statuijten onser oirden, ende sail den selven besorgen van eten, drincken ende anders zyn nootdorst gheven nae goeder gewoenten onser oirden. Ende ick sell oick dat voirs. huys ende hoff mit allen synen toebehoren van bynnen ende buy ten trouwelick regieren ende bewaren bouwelick gheheel in goeden timmeringen ende in daken ende van allen toebehoren holden, namelick in beter reformacie ende tymme- ringe ende dake dan ick dat vanden eerwerdigen balyer ende gemeen convent ontfange, vijnde ende aen neme ghelyck hier naebescreven ende verclaert staet, ende dat dan voert verbeteren ende niet verargheren laten. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 53