Bijlage A. 1360 Sept. 12. Item cum Philippus de Zyric 1) canonicatum et prebendam ac supplementum in ecclesia Traiectensi, et Nicholaus de Pacella 2) in ecclesiis parrochialibus de Eversdijc et Novater- ra Traiectensis diocesis perpetuas vicarias seu capelianias quas obtinebat, ex causa permu- tationis in manibus domini episcopi Cavallicensis in partibus illis tunc Sedis apostolice nuncii resignaverint, idemque episcopus resignationibus huiusmodi per eum admissis Nicholao canonicatum et prebendam ac supplementum, et Philippo predictis perpetuas vicarias seu capelianias contulerit antedictos et providerit etiam de eisdem, ipsique dubitent ipsum episcopum non habuisse potestatem faciendi premissa vel predictas benefi cia, seu eorum ahquod fore reservatum supphcant eidem Nicholaus et Philippus, quate- nus permutationem, collationem et provisionenr predictas dignemini premissis non ob- stantibus confirmare, vel resignationes ipsas approbantes Nicholao de canonicatu et prebenda ac supplemento, et Philippo de dictis vicariis seu capellaniis secundum premissa vel alio quovis modo vacantibus, cum ipsi eos teneant et possideant pacifice et quiete fructus percipiendo ex eisdem, de novo providere, non obstantibus omnibus beneficiis, que obtinent in cancellaria exprimendis, et cum non-obstantibus et clausulis oportunis. Datum Avinione 11 Idus Septembris anno octavo. Suppl. vol. 33, fol. 288. 1) Verder onbekend. 2) Nicolaas de Pacella (Patella), student in Parijs, kreeg inderdaad dit beneficie in den Dom, en werd reeds 1362 Nov. 27 als domkanunnik genoemd. Brom, Bull., 11blz. 123, no. 1713, vrgl. nos. 1725, 1852. Als zoodanig nam hij in 1371 aan de bisschopsverkiezing te Deventer deel. A.A.Utr. 55 (1930) 138. In 1362 ontving hij bij dit beneficie een ex- pectans van een beneficie ter begeving van den abt van Middelburg. Brom, Bull. II, blz. 124,no. 1724. Bijlage B (vertaling van de tekst in bijlage A). 12 september 1360 Evenzo omdat Philippus van Zyric de jaarlijkse bijdrage en het geld voor levensonderhoud en aanvulling in de kerk van Utrecht, en Nicholaus van Pacella in de kerkparochies van Eversdijc en Nieuwlande, behorende tot het bisdom Utrecht, de gebruikelijke inkomsten als vicaris en kapelaan, die hij verkreeg, op grond van een ruil teruggaven in handen van de heer bisschop Cavallicensis (van??), in die gebieden toen de nuntius van de bisschoppe lijke zetel, en omdat dezelfde bisschop, na het teruggeven van deze aard door middel van hem toegestaan te hebben, aan bovengenoemde Nicholaus de jaarlijkse bijdrage en het geld voor levensonderhoud en aanvulling, en aan bovengenoemde Philippus de gebruike lijke inkomsten als vicaris en kapelaan die eerder zijn vermeld toewees en ook voor de zelfde zaken (of: personen) zorg droeg, en omdat zij zelf er twijfel over hebben of de bis schop zelf de bevoegdheid had om de voorafgemelde ofwel eerder genoemde beneficies (geestelijke waardigheid en bijbehorende inkomsten) te realiseren, hetzij dat iets ervan zou zijn voorbehouden bidden dezelfde Nicholaus en Philippus U om U te verwaardigen de ruil, het toewijzen en het zorg dragen te bevestigen zonder dat het eerder genoemde in de weg staat, of het teruggeven zelf goedkeurend voor Nicholaus wat betreft de jaarlijkse bijdrage en het geld voor levensonderhoud en aanvulling, en voor Philippus wat betreft de genoemde inkom sten als vicaris en kapelaan die volgens het bovengemelde of op een of andere manier vrij >jn, opnieuw zorg te dragen, omdat zij zelf ze hebben en bezitten terwijl ze vredig en 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 69