Doch het scheeo, dat de hel alle middelen in het werk stelde om
zijn prediking te beletten. Want wel had zij recht om te
vreezen, dat zijn welsprekend woord menigen zondaar, die
zich onder de toestroomende menigte bevond, aan hare macht
zou ontrukken. Hoe zegenrijk toch was allerwege ziju arbeid;
hoe-vaak zijn woord door wonderen bekrachtigd!
Als Pater Joannes en zijn gezel op den tegenovergestelden
oever der Westerschelde aankwamen, was het in den vollen
zin des woords een noodweer. De storm zweepte de baren
omhoog, en geweldige golfslagen wierpen het schuimende
water ver op de brandende kust. Doch dit gezicht kou den
prediker niet afschrikken. Of zou Hij, die hen naar de over
zijde riep, er hen ook niet veilig doen landen Doch
zoo groot was het geloof niet der schippers, die de booten ter
overvaart bestemd hadden geankerd. Tevergeefs verzocht,
smeekte hen de Pater, tevergeefs bood hij hooger loon ook
hij, die, als niemand zich op de golven waagde, toch onver
saagd zijn vaartuig naar de overzijde had gericht, ook hij schrikte
dit maal terug. Zal nu de dienaar Gods zich tevreden stellen
met kalmer wind af te wachten Maar de overste, die hem
heeft gezonden maar de talrijke schare, die hongert naar
zijn woord En heeft dan het geloof van den H. Petrus
hem uiet doen wandelen op de baren En heeft de mantel
van Elias hem en zijn leerling niet droogvoets doen trekken
over de bedding van den Jordaan Dat geloof veijoeg alle
vreeshij vouwde kalm de handen, verhief de oogen ten he
mel, en bad een wijle tot Hem, aan wien zee en winden ge-
hoorzameu. «Inwendig aangemoedigd" sloeg hij daarop den
zwarten reisinuntel van zijn schouders en spreidde hem uit
over de watereu; gesterkt door het teeken des kruises, welks
lof hij ging verkondigen, «stond hij door een schitterende wel
daad Gods als op vasten bodem, zette de ondernomen reis,
met zijn voeten wandelend op de baren voort en voerde met
een zelfde wonder zijn medebroeder over door de golving
der zee.
«Terwijl dit geschiedde, waren de herder en de koster der
parochie, waarheen hij zich spoedde, bezig om de kerk voor
het feest te versiereu van Godswege kwam er een stemme
tot hen: «Ziet, uw feestprediker nadert. Eert ook gij hem,
dien God verheerlijkt.* En weldra riepen de klokketonen,
als had reeds het uur voor den aanvang van het feest ge-
O O
Blagen, de bewoners te zamen. En verbaasd liet de landman
ploeg en tweespan op het veld, en snelde de herder heen van
zyne kudde zij sloten zich aan bij de overige bevolking, die, den
pastoor aan het hoofd, voorttrokken naar het strand, om den
door God zoo zeer geliefden prediker te verwelkomen. Een
juichtoon, een kreet van verwondering ging op uit aller borst,
als zij Pater Joannes eu ziju gezel van hun wonderhaar