Bijlage E (vertaling van de tekst in bijlage D).
Gebloeid hebben in deze diocees (van Gent):
De eerbiedwaardige Pater Joannes Agni (Lammens) - zaliger nagedachtenis de derde
prior van deze diocees in het jaar 1273, over wie als volgt schrijft Pater Magister Choque-
tius van de schrijvende geestelijken van de orde der predikheren in België: "Verder be
hoorde tot de anderen, die opvallend waren door hun heiligheid, die te Gent hebben ge
bloeid, ook broeder Joannes Agnus Lammens toevallig(?) (welke wijze van zeggen Vlaams
is, en "lam" betekent), die tijdens zijn leven door wonderen beroemd is geworden; maar
door hoeveel en door welke, heeft de hooggeschatte tijd van vroeger niet opgetekend,
voor welke het genoeg was God te behagen. Dit toch vinden wij in de geschriften, en hier
van getuigen gelijkelijk schilderingen van vroeger, voorzover ze ontkomen zijn aan de han
den van de razende beeldenstormers, dat, toen hij gezonden was om Gods woord te ver
kondigen naar een dorp algemeen Elfdijck (genoemd) vlak bij Goes (dit is een stad in Zee
land op het eiland Zuyd-Beveland), waar jaarlijks een drukbezochte dankdag was ter ere
van het Heilige Kruis, die er in ere wordt gehouden door een zeer grote verering van de
inwoners daar en die van naburige steden, en toen wegens een zeer zware storm niemand
van de zeelui wilde en hij zichzelf aan de golven durfde toe te vertrouwen: toen hij zag
dat de weg voor hem afgesloten was, en hij niettemin vurig verlangde de taak, waarvoor
hij gezonden was, te vervullen, heeft hij, na God aan wie zee en winden gehoorzamen,
vol vertrouwen te hebben aangeroepen, zijn laatste kledingstuk dat wij "Cappa" noemen,
over het water neergelegd, en stond hij, versterkt door het teken van het kruis, door de
buitengewone gunst Gods als het ware op vaste grond, en heeft hij de begonnen tocht, de
zee met zijn voeten betredend, volvoerd, en zijn metgezel door hetzelfde wonder over de
kolkende zee geleid. Terwijl dit gebeurde, waren in de parochie, waarheen hij zich haastte,
de pastoor en koster bezig de kerk wegens het feest te versieren, toen tot hen van Gods
wege een stem kwam (letterlijk: is gegleden): zie, jullie prediker komt, eert hem, die God
zo verheerlijkt. Toen vervolgens de klok met zijn brons luidde, werd het volk opgeroepen,
en ze zijn met een processie de broeders tegemoet gegaan, en ze begeleidden hen met de
hoogste eer naar het Heilige Kruis (dat zij kruis vol wonderen noemen). Dit was bij de
kerkmuur tot aan de uiteindelijke verwoesting (van de kerk), die tijdens het jaar 1572
plaatsvond, geschilderd te zien. Bovendien was er een permanent wonder tot aan deze
tijden, hoe jammerlijk ze ook zijn (het boek van Pater Magister Choquetius is gedrukt in
1619), namelijk dat duidelijk voetsporen, afgedrukt in de grond, hoe groen het gras
ook is, te zien zijn, ook wanneer er 's winters sneeuw ligt, op de plaats waarop zijn
voeten zijn gaan staan, terwijl hij het woord Gods gedurende de tijd van die dankdag
verkondigde, welke de inwoners gewoonlijk in hun inheemse taal "den Coninckxganck"
noemen, hetgeen in het Latijn gang van de koning of koninklijke weg betekent. (Met
deze vertelling stemt een oud register van het diocees Gent overeen, dat begonnen is
in het jaar 1505. dat toch(?) die weg de Cruys-ganck, d.w.z. de weg van het Kruis noemt,
welk woord ook tamelijk veel met deze geschiedenis schijnt te kloppen). Terwijl een of
andere goddeloze die plaats echter probeert te schenden door de grond om te spitten: al
gauw worden de spieren van zijn armen onder zeer hevige pijn door God met verlamming
geslagen, en wanneer hij later nog goddeloze dingen uitkraamt, wordt hij bovendien door
verlamming van de voeten getroffen, maar ondanks al deze zonneklare tekenen (wat ver
beteren verdorvenen zich moeilijk!) bleef het ongeloof van de man lang in zijn hart, lang
zaam minder wordend (letterlijk: wegkwijnend). Dit gebeurde omstreeks het jaar des
heils 1590. De eerbiedwaardige Pater Joannes stierf echter in het jaar 1296.
Van deze Pater Joannes Agni is de beeltenis te zien op oude kleden van de diocees van het
eiland (Zuid-Beveland) en van die van Brugge. Ook op het koor van de diocees Gent
tussen de heiligen en gelukzaligen van onze orde: maar zonder stralenkrans, met dit op
schrift: B(eatus) Joannes Agnus.
76