"Anthonis Lauriszoon, stadtsbode ter Goes, betaelt voor zekeren dientst bij hem in de maeltijden der rekeninghe 1571 ghedaen, in 't houden van den kerffstock, ende van anderen dientst 0.5.0 Het verrassende element is hier de kerfstok en vooral dat de stadsbode werd gecharterd om deze te houden. De kerfstok De kerfstok is, volgens Van Dale, een lang, plat, geschaafd stokje, ongeveer als een liniaal, doch wat dikker, waarop door kerfjes of insnijdingen aangewezen werd hoeveel broden, pinten melk enz. de houder van de kerfstok bij een winkelier op krediet gekocht had; veelal in stellen van twee, één voor de winkelier en één voor de koper, waarvan de kerven overeen moesten stemmen. De kerfstok komt dus niet alléén voor, maar er zijn er, als het goed is, twee. Welnu, men leze de volgende post (24). "Anthonis Lauriszoon betaelt van den conterkerff van den wijn in 's landts rekeninghe- maeltijt te houden, ende voor anderen dientst, blijckende bij ordonnantie, de somma van 0.84 De tweede kerfstok werd dus de contra-kerfstok genoemd, hier verkort tot conterkerff. Tevens blijkt uit dit citaat dat er dat jaar maar één keer werd gegeten. Voorts staat hier uitdrukkelijk dat de kerfstok alleen voor de wijn werd gehouden. Niet verklaard is nu nog waarom per se de stadsbode de kerfstok moest houden. Vermoe delijk heeft men een onpartijdige ambtsdrager willen hebben waarvan verwacht mocht worden dat hij zonder aanzien des persoons zijn kerven zou zetten. Deze zal zelf de wijn dan wel zowel letterlijk als figuurlijk aan zijn neus voorbij hebben zien gaan. Rekeningpost auditie Thans volgt hier een voorbeeld van de wijze waarop de kosten van de auditie in de reke ningen zijn vermeld. Het is genomen uit de rekening over 1576 (25), gaat dus over de auditie die in 1576 werd gehouden, maar waarin de inkomsten en uitgaven over 1575 moesten worden goedge keurd. "De ghemeen Auditueren des penninckmeesters rekeninghe de anno 1500 ende 75 voor leden, de welcke aldaer vooren in de zelffde rekeninghe breeder ghei'ntituleert staen, dijckgrave ende gheswoorens, met diversche breede ghelande, comende ter auditie ende sluytinghe der zeiver rekeninghe, als ter visitatiën van den lande, dijken ende gront- brexemen aldaer, hebben ten huyse van Comelis Comeliszoon in Berghen, verteert, den wijn daerinne gherekent, t'saemen de somma van 13.6.8 De gemene auditeuren waren allen die het voorlezen van de rekening over het afgelopen jaar aanhoorden. Gemeen moet hier opgevat worden als de gemene zaak betreffende. De penningmeester las de rekening voor, hij had die ook opgesteld. De verantwoordelijkheid voor de inkomsten en uitgaven lag uiteraard niet bij hem, maar bij het bestuur en in het bijzonder bij de dijkgraaf. Vragen over het waarom van zekere uitgaven kon de penning meester dan ook niet beantwoorden, dit moest de dijkgraaf doen. 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1984 | | pagina 88