Met: in dezelfde rekening, is bedoeld die over 1575. Die breder gei'ntituleerd staan wil
zeggen dat de auditeuren in de bedoelde rekening uitvoeriger met naam en titel of functie
zijn genoemd. Een brede gelande is een ingeland die in ruime mate grond bezit.
Grontbrexemen zijn oever- of dijkvallen.
Over het breder gei'ntituleerd staan het volgende.
Uit het bestuderen van zo'n jaarrekening valt op te maken dat aan het eind van de auditie
één der aanwezigen de totaalsom van de inkomsten en van de uitgaven, alsmede het eind-
saldo, eigenhandig neerschreef achterin de rekening. Tevens schreef hij daarna de laatste
alinea, waarvan hiervoor reeds een specimen werd gegeven (26), hetgeen werd besloten
met de ceremonie van het plaatsen van de handtekeningen.
Tevens schreef hij, hetzij daarvoor, hetzij daarna, op de eerste bladzijde van de rekening,
als apostille, d.w.z. als aantekening bovenaan de pagina en in de kantlijn, de opsomming
van de aanwezigen bij de auditie.
De apostille
Bij uitzondering is de apostille door een andere hand geschreven dan de aantekeningen
aan het eind der rekening.
Het eigenhandig ter vergadering geschrevene wijkt opvallend af van het regelmatige schrift
waarin de rekening zelve is gesteld. Soms is het vrijwel onleesbaar.
De ruimte beschikbaar voor de apostille is ook veel te klein om er zo'n lang verhaal in
neer te schrijven.
Wie de apostille schreef is onbekend, doch in sommige jaren valt er uit de hand van schrij
ven wel iets te gissen indien er overeenkomst met één der handtekeningen valt te bespeu
ren.
In de rekening 1573 is de apostille door een andere hand geschreven dan de aantekenin
gen aan het eind der rekening, doch de schrijver van deze apostille is wel bekend, doordat
hij zich door het invoegen van het woord "mij" openbaart, getuige het volgende citaat.
Comelis Pieterszoon Polderman, burchmeester deser stede; Floris Schaeck, bailluy
deser stede; Jacop Harrentszoon, Adriaen Smallegange ende mij Marinus Anthueniszoon,
scepene ende gecommitteerde der stede voorscreven".—
De rekening over 1572 is noch van een apostille, noch van eindaantekeningen en handte
keningen voorzien, die van 1573 niet van handtekeningen.
De auditeuren
De samenstelling van het gezelschap wisselt enigszins wat de personen betreft, maar in
het algemeen wordt direct na Philibert van Serooskerke (of zijn plaatsvervanger) de gees
telijkheid genoemd, ni. de vertegenwoordiging van de bisschop van Brugge en de prelaat
van Ter Doest, met de overige geestelijkheid uit Middelburg, Goes en elders; vervolgens
de dijkgraaf, de vertegenwoordigers van de stad Goes.en daarna de gezworenen en diverse
geërfden.
In de rekening over 1577 vermeldt de apostille voor het eerst de geestelijkheid niet meer;
de auditie was op 3 maart 1578, dus na de Satisfactie.
De laatstbedoelde apostille volgt hier, om te laten zien wie de auditeuren waren, na het
verdwijnen van de geestelijkheid.
87