Behalve strikt tussen Kortgene en Wolphaartsdijk deden vanaf het midden van de vorige eeuw ook andere lijndiensten deze twee plaatsen aan. Bedoeld wordt de Zeeuwsche Spoorboot Maatschappij, die in 1864 een dienst startte tussen Middelburg en Noord-Brabant. Daarbij deed men de plaatsen Wolphaartsdijk, Kortgene. Katseveer, Wemeldinge, Yerseke, Gorishoek, Tholen en Bergen op Zoom aan. Vanaf 1865 deed men ook Zierikzee aan. Vanaf 1868 bleef de vaarroute beperkt tot Middelburg-Zierikzee. De boten waren de Zeeuwsche Spoorboot no. 1, en no. 2. In het begin van deze eeuw kwam er steeds meer samenwerking met de Provinciale Stoomboot Dienst, hetgeen resulteerde in het gebruik van de Zeelandia van de PSD op dit Oosterscheldetraject. Vanaf 1910 gingen Gedeputeerde Staten de dienst voor eigen rekening exploiteren, waartoe zij de Schouwen en de Noord-Beveland in de vaart brachten. In 1923 verviel een deel van de route, namelijk Kortgene-Wolphaartsdijk-Middelburg, omdat dit met autobussen veel goedkoper kon worden bediend (4). Het brugplan werd na de oorlog terzijde gelegd. Een nieuw ontwerp ter ontsluiting van Noord- Beveland. werd in het begin van de jaren '50 uitgedacht. Dit plan, het Drie-Eilandenplan, kreeg na de Ramp van 1953 de hoogste prioriteit in het kader van de Deltawet. Wolphaartsdijk en Kort gene waren immers door deze stormvloed zeer gehavend. Het sluiten van de Zandkreek werd hier mee het eerstgereedgekomen werk uit het Deltaplan. Het Drie-Eilandenplan behelsde het sluiten van de Zandkreek en het Veerse Gat. zodat de eilanden Zuid- en Noord-Beveland en Walcheren aaneengesloten werden; hierdoor werd het Veerse Meer geschapen. De kusten van dit meer hadden in de toekomst niets meer te maken met het getij. In 1957 werd de Deltawet door de Tweede Kamer aangenomen. Er kon begonnen worden met het aanbesteden van het eerste onderdeel van wat binnen afzienbare tijd de Zandkreekdam zou worden. Dit eerste deel was het maken van een bouwput voor de in de dam bij het Katseveer geprojecteerde schutsluis. De aanbesteding hiervan vond plaats op 20 maart 1957. Het karwei was gereed in het voorjaar van 1958. Een onderdeel van het maken van de bouwput was het afdammen van het Katse Gat. Aannemer van de bouwput was D. Blankevoort en Zoon N.V. te Bloemendaal voor 2.305.300,-. Inmiddels werden er voor het vervolg van de werkzaamheden grote hoeveelheden stortsteen aan gesleept en tijdelijk opgeslagen langs het Kanaal door Walcheren. De volgende etappe was het bouwen van de sluis in de drooggemaakte bouwput. Hiermee begon men op 20 juni 1958. Onder tussen begon men vanuit beide te verbinden oevers met het opwerpen van zogenaamde mijnsteen- kaden. Hiermee kon het aantal caissons dat voor de eigenlijke afsluiting benodigd was worden beperkt. De aanbesteding van de dam vond plaats op 18 augustus 1959. Het werk aan sluis en dam kon zeer voorspoedig verlopen. Op 2 mei van 1960 was de sluis gereed. Deze sluis van 140 bij 20 meter heeft een diepte van 5,50 meter - NAP. De deuren zijn berekend op een waterstand van 5 meter NAP. De aannemer van de sluis was de firma Van Hattum en Blankevoort N.V. te Beverwijk voor 3.597.800,—. Deze firma bouwde ook de feitelijke dam, voor 3.720.000, Twee dagen na de gereedkoming van de sluis kon ook de dam als gesloten beschouwd worden. Op 4 mei werd de laatste van de 34 caissons op zijn plaats gebracht. Elke caisson was 12 meter lang, 7,50 meter breej en 6 meter hoog, met uitzondering van de laatste. Dit was een dubbel exem plaar. De caissons werden tot slot met "manchetten" verhoogd. Doordat met man en macht aan het met zand opspuiten van de dam gewerkt werd, kon weinig dagen later Hare Majesteit Koningin Juliana onder grote publieke belangstelling per jeep over de aarden dam gereden worden. In mei bracht de koningin een tweedaags bezoek aan Zeeland; zij was op 18 mei present aan de Zand kreekdam. Nadat in de zomer en herfst van dat jaar alle werkzaamheden aan de dam voltooid waren, kon deze op 1 oktober voor het wegverkeer opengesteld worden. Met tal van feestelijk heden werd de 500 meter lange dam op die dag in gebruik genomen. Aan het eeuwenoude isolement van Noord-Beveland was tot opluchting van allen een einde gekomen (5). 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1985 | | pagina 106