Maer wilt onthouden.
Hoe dat sij bey, voor Stadt en Borgher heyl,
Haer lijff ten proy, de moortlust overgaven:
Bekroont haer graf, met altijt groenend'veyl,
En gun haer nu, naer 's Weerelts ancxstigh slaven,
Gods vrede haven.
Maer, groote God, lij sulcke gruw'len niet:
Doe 't moorder Rot u gramschaps droesem smaken:
Vertroost de Weeuw' en Weeskens in 't verdriet:
En laet ons Stadt naer al dees droeve saken
In rust geraken" (11).
Het gevecht vond plaats voor de woning van de heer Van den Steene, één van de belangrijkste
medestanders van de baljuw. Dankzij een tweetal vonnissen tegen trawanten van Dankerts, die bij
de gebeurtenissen in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat nauw betrokken waren, zijn wij met de
details van de ongeregeldheden vrij goed op de hoogte. Vóór de woning van Van den Steene waren
een aantal medestanders van de baljuw verzameld toen een patrouille van de stadswacht arriveerde.
Er ontstond aanvankelijk wat tumult, waardoor de stadswacht zich moest terugtrekken. In afwach
ting van de terugkeer van de stadswacht verschansten een aantal van de relschoppers zich in de
kelder van Van den Steene's huis, waar vandaan via het keldergat de straat onder schot gehouden
kon worden.
Later kwam de versterkte stadswacht terug. Op het bevel om de deur van het huis te openen schoten
Willem Duijnkercker en Francoijs Guijs hun geweren (een musket en een vogelroer) op de wacht
leeg vanuit het keldergat. Gillis van der Nisse was op slag dood, Jacob Gorsen overleed enige uren
later (12).
De tegenstanders van de baljuw koelden hun woede op het gezin en het huis van Van den Steene.
De bewoners moesten vluchten en het hele huis werd geplunderd en uiteindelijk met de grond gelijk
gemaakt. Van den Steene die zelf afwezig was geweest en de volgende dag terug kwam, werd
gegrepen en naar het stadhuis gebracht, om daarna geruime tijd in gevangenschap te verblijven.
Toch is het niet duidelijk geworden in hoeverre hij daadwerkelijk bij de uitwerking van de heers
zuchtige plannen van Dankerts betrokken is geweest. Naderhand werd hij bij gebrek aan bewijs
weer vrijgelaten. Overigens zullen we Van den Steene later, bij de voorbereiding van de plannen
van Dankerts in 1658, wel weer tegenkomen als betrokkene bij het geheel.
Het hele voorval van het gevecht in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat vergrootte alleen maar de
woede van de partijen en leidde in de periode daarna regelmatig tot uitbarstingen.
Hoe langer hoe meer medestanders van Dankerts keerden hem de rug toe en sommigen verlieten
zelfs de stad. Dankerts verzocht nu ontslagen te worden en dit scheen er aan mee te werken om
de rust in Goes te laten weerkeren. Maar het was allemaal schijn, want nauwelijks merkte hij dat
er elders verdedigers van hem opstonden, of hij eiste weer in zijn betrekking hersteld te worden.
Dit noodzaakte de stedelijke bestuurders om bij de Staten van Zeeland aan te dringen op benoeming
van een nieuwe baljuw. Echter, ook in de Staten waren vrienden van Dankerts te vinden en
zodoende viel er geen besluit.
Vermetele plannen
Zo duurde de labiele toestand voort tot in 1658. Waar Dankerts al die tijd verbleef is niet duidelijk.
Uit de stukken blijkt dat hij regelmatig in Kapelle, Wemeldinge, Yersekendamme en Kruiningen
vertoeft, ook Hoedekenskerke wordt genoemd (13).
8