Hij wordt tot vier jaar tuchthuis veroordeeld en daarna zijn leven lang verbannen uit Holland, Zee land en Westfriesland. fol. 45 V-46 R, vonnis 6 juni 1658 Gevangene Pieter Corsselis, 43 jaar oud, geboren te Culgem in Vlaanderen. Hij is opgeklopt door de vrouw van Jan Gommertsen en heeft daarna meegeholpen de gelederen van Dankerts te verster ken. Hij is ook al betrokken geweest bij de troebelen op 24 maart 1657 toen Gillis van der Nisse gedood werd. Hij wordt veroordeeld tot een boete van 500 guldens en wordt verder voor twintig jaar verbannen uit Holland, Zeeland en Westfriesland. fol. 46 R-V, vonnis 6 juni 1658 Gevangene Jacob van Breemen, bakker in "de verloren schapen", 26 jaar oud, geboortig van Goes. Hij is op verzoek van Jan Gommertsen, met een "halve pijcke" in de hand, meegegaan naar de markt en op de pui van het stadhuis. Ook hij is bij de rellen op 24 maart 1657 betrokken geweest, wat hem nu nog wordt aangerekend. Hij wordt veroordeeld tot een boete van 500 guldens en wordt verder voor zes jaar verbannen uit Holland, Zeeland en Westfriesland. fol. 48 R, vonnis 19 juni 1658 Gevangene Durfken Blaes, huisvrouw van Jan Gommertsen (die voortvluchtig is), winkelierster, geboortig van Goes. Zij heeft Pieter Corsselis opgeklopt en er bij hem op aangedrongen naar de markt te gaan om Dankerts te helpen. Het wordt haar tevens aangerekend dat haar man "een der principaelste conspirateurs" (samenzweerders) is geweest. Zij wordt veroordeeld tot een boete van 25 ponden Vlaams en tot het sluiten van haar winkel voor de tijd van 6 weken. fol. 48 V-49 R, vonnis 19 juni 1658 Gevangene Jacob Piersz Vannigis, geboortig van Zierikzee. Hij heeft meegeholpen met de overval op het stadhuis, hoewel hij hierin waarschijnlijk geen belangrijk aandeel heeft gehad. Verder heeft hij al enkele dagen vóór de bewuste 17de mei verkondigd dat er grote veranderingen in Goes op komst waren. Hij wordt veroordeeld tot een boete van 300 guldens en verder om binnen drie dagen uit Goes te vertrekken zonder terug te mogen komen, tenzij met toestemming van "Hare achtbaarheden". fol. 49 V-50 R, vonnis 2 juli 1658 Dagvaarding tegen Bartolomeus Dankerts, Quirijn van de Moere, Danckert van der Straten, Servaes van der Straten, Danckert Verselewel, Jan Gommertssen, Joos de Wolff, Corn. Verstraten den ouden, Lucas van Schagen, Jan Sabbinge en Franchois van der Straten. Deze zijn alle voortvluchtig. Zij worden gedagvaard om binnen de tijd van veertien dagen "in 't generael, als een ieder van haer in 't bijsonder", voor het gerecht te verschijnen om de eis tegen hen aan te horen. fol. 50 V-58 V, vonnissen 26 augustus 1658 Alle nog steeds voortvluchtige lieden welke op 2 juli gedagvaard zijn, worden veroordeeld tot ver banning uit Goes en het eiland van Zuid-Beveland, alsook uit Holland, Zeeland en Westfriesland. Verder krijgen ze diverse boeten opgelegd. Dankerts zelf van 500 ponden Vlaams. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1985 | | pagina 24