5. Wethouder J.A.A. Fransen van de Putte van Goes (Goes 1819-Goes 1889). (Topografisch en Historische atlas der gemeente Goes). hier zeer zeldzaam zijn. Dit is een gevolg van twee zaken: Toen ruim vijf en twintig jaar geleden werkelijk behoefte aan arbeiders woningen bestond, was er geen ruimte in deze gemeente om die te bouwen. Het gemeentebestuur aarzelde toen niet twee stukken van de stadsvest te doen dempen en die beschikbaar te stellen voor zéér lagen erfpachts canon. Tegelijkertijd werd toen eene bouw verordening ontworpen, die, hoewel in menig opzicht nog veel te wensen overlatend, toch licht bracht, behoorlijke secretep en goed drinkwater verzekerde aan de bewoners. Wellicht door hare gematigdheid kon deze verordening strikt gehandhaafd worden en verrezen overal redelijke arbeiders woningen. Eene vereeniging "Help U zeiven", bouwde eenigszins betere arbeiders woningen op goeden stand en behoefde niet meer te bedingen dan 1,40 's weeks. De andere woningen zijn niet groot, maar voldoende aan bescheiden eischen. De huurprijzen daarvan varieren tusschen 1,40 en 1,70 's weeks. Dit is de schaduwzijde van dezen particulieren bouw. Men maakt op die wijze 9% van zijn geld, bijna zonder risico, want alle huisjes zijn altijd bezet, terwijl er zelfs voortdurend eenigen drang van buiten blijft bestaan Om de toeloop van het platteland naar de stad te beperken werkte het stadsbestuur volgens de burgemeester "den bouw van arbeiders woningen niet meer in de hand, maar houdt zich streng aan de bouw verordening waardoor de huizen aan matige eischen blijven voldoen, maar hoog in huurprijs blijven". Ondanks het feit, dat Goes geen tonnenstelsel kende maar beerputten en de riolering uitkwam in de stadsvesten, die geheel waren afgesloten, noemde hij de algemene gezond heidstoestand goed (53). 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1985 | | pagina 39