Epiloog 1. Van Loo, Den arme gegeven, 54 ev. 2. Ibidem, 80-81. 3. Ibidem, 91 4. Over de geschiedenis van de bedelarij in Goes tot circa 1800 zie: Van de Spiegel, bedelaary. De auteur vraagt zich af hoe het mogelijk was dat in een periode van economische groei, i.e. het laatste kwart van de achttiende eeuw, het aantal bedeelden toenam. Zijn antwoord is simpel: "het is om dat er te weinig gewerkt, en te veel verteerd wordt" (32-33). 5. Van Loo. Den arme gegeven, 73-74 en 78-79: voor enkele wettelijke regelingen. 6. Jv. 1915, bijl. XVI. De gemeente begon met de werkverschaffing, nadat een aantal werklozen in 1914 een verzoek hiertoe aan het stadsbestuur hadden gericht (Zie ook: GA Goes, Archief Godshuizen en BA, inv.nr. 971, 1-9-1914.). Bijlage I Groei van de bevolking in Nederland, Zeeland en Goes gedurende 1850-1920. (1849 100) Nederland Zeeland Goes tijdstip 1849 1859 1869 1879 1889 1899 1909 1920 (bron: cijfers land en provincie: AGN, dl. X, 64-65, stad: jv.gem.) Tot 1870 loopt de groei van de Goese bevolking nagenoeg parallel aan die van het gehele land. In de jaren '70 echter is er sprake van een absolute achteruitgang. Vanaf 1880 langzame groei, die weliswaar gelijke tred houdt bij die van de provincie, maar in sterke mate ten achter blijft bij de landelijke ontwikkeling: terwijl de Nederlandse bevolking in de periode 1850-1910 bijna verdubbelde, nam het aantal inwoners van stad en provincie slechts met de helft toe. Abs. Rel. Abs. Rel. Abs. Rel. 3.056.879 100 160.295 100 5.296 100 3.309.128 108 166.112 104 5.718 108 3.579.529 117 177.569 111 6.197 117 4.012.693 131 188.635 118 6.044 114 4.511.415 148 199.234 124 6.832 129 5.104.137 177 216.295 135 6.842 129 5.858.175 192 232.515 145 7.566 143 6.865.314 225 245.117 153 7.894 149 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1985 | | pagina 58