DE KATHOLISERING VAN 'S-HEERENHOEK OP ZUID-BEVELAND IN DE EERSTE HELFT VAN DE NEGENTIENDE EEUW Een bijdrage tot de kennis van de ruimtelijke mobiliteit in Nederland in deze periode (1) door J.D.H. Harten* 1. Inleiding In een van zijn geschriften op het terrein van de cultuurgeografie wijst Heslinga (1957, p. 19) er met betrekking tot de Veluwe op dat in plaatsen waar weinig rooms-katholieken woonden, hun aan tal nog afnam als er in de naaste omgeving geen kerk van hun richting aanwezig was. Uiteraard deed daar waar er wel een stond, het omgekeerde zich voor. Deze ontwikkeling, die ook elders, zoals in Friesland (Visser 1957, '58), West-Friesland (Kruyt 1947, p. 25) en ook op Zuid-Beveland zich voltrok, werd al in 1909 door Ramaer (1909, pp. 17-19) opgemerkt. Hij schrijft: "dat in het algemeen de kleine minderheden moeten verdwijnen ligt vooral daaraan dat het hier ter kerke gaan zoo bezwaarlijk is". Overigens blijkt ook de aankoop van grond door katholieken soms een rol te hebben gespeeld (ibidem, p. 142). Kruyt (1948, p. 54) wijst er op dat vooral de bouw van rooms-katholieke kerken in tot dusver over wegend protestantse dorpen er de immigratie van katholieken inluidde. Daarbij fungeerden de rooms-katholieke gebieden met een hoog geboortecijfer als uitstralingshaard. In de eerste helft van de negentiende eeuw onderscheidden de katholieken zich nog door een relatief hoge nataliteit. Dat toen desondanks een dorp in snel tempo van overheersend protestant sterk overwegend katholiek kon worden bewijst het geval van 's-Heerenhoek dat binnen de zogenaamde katholieke enclave, in het zuidwesten van Zuid-Beveland ligt (zie nevenstaande kaart). De snelle katholisering blijkt uit tabel 1, die voor de vier Zuidbevelandse dorpen met het hoogste percentage katholieken van dit laatste de ontwikkeling geeft. Terwijl van de bevolking van 's-Heerenhoek in 1849 72% katholiek was, bedroeg dit aandeel in 1809 nog maar 46% (2). Tegen woordig is het dorp vrijwel geheel katholiek. Tabel 1. Aantal katholieken in van de totale bevolking in enige dorpen op Zuid-Beveland, 1809, 1829, 1839, 1849, 1899 en 1960* 1809 1829 1839 1849 1899 1960 '-s-Heerenhoek 46 55 62 72 84 96 Heinkenszand 45 50 51 51 48 55 Hoedenkenskerke 44 45 50 48 47 58 Ovezande 71 69 67 76 76 87 Ontleend aan de volkstellingen van die jaren. Drs. J.D.H. Harten, Geografisch Instituut Rijksuniversiteit Utrecht. Dit artikel verscheen eerder in: Geplaatst in de tijd: Liber amicorum aangeboden aan Prof. Dr. M.W. Heslinga bij zijn afscheid als hoogleraar in de sociale geografie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op vrijdag 12 oktober 1984 o.r.v. A.O. Kouwenhoven, G.A. de Bruijne en G.A. Hoekveld - Amsterdam, Vrije Universiteit, Geografisch en Planologisch Instituut. Voor dit artikel werd de redactie commissie uitgebreid met de gastredacteur dhr. P.S.G. Raas te 's-Heerenhoek. 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1985 | | pagina 73