DE GOESE BURGERWACHT door A.L. Kort Inleiding In onderstaand verhaal wordt licht geworpen op het ontstaan en de ontwikkeling van de Goese Burgerwacht: een afdeling van de landelijke organisatie, bestaande uit vrijwilligers, die hun vader land wilden verdedigen tegen aanvallen van revolutionaire groeperingen binnen de samenleving. De burgerwachten werden in vele steden onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog opgericht als reactie op het revolutiegevaar, dat ons land in 1918 bedreigde. Wij besteden enigszins uitvoerig aandacht aan de ontstaansachtergronden van de plaatselijke burgerwacht: was het revolutiegevaar in Goes reëel, hoe waren de reacties van de verschillende groepen in Goes op de landelijke gebeurtenissen? Welke personen namen het initiatief tot de oprichting van de organisatie en welke groepen maakten er deel van uit? Een onderzoek naar de geschiedenis van de burgerwacht is van belang, daar over deze organisatie betrekkelijk weinig geschreven is. In de bestaande literatuur wordt slechts zijdelings verwezen naar de burgerwachten. De nasleep van de Eerste Wereldoorlog Ondanks het feit dat Nederland niet direct betrokken was in het strijdtoneel van de Eerste Wereld oorlog ondervond het land wel degelijk de gevolgen van dit wereldgebeuren. Deze manifesteerden zich duidelijk gedurende de laatste oorlogsjaren, toen handel en nijverheid vrijwel geheel stag neerden ten gevolge van de maritieme blokkade der Engelsen en de Duitse duikbotenoorlog. Een tekort aan levensmiddelen en brandstoffen en een snel oplopende werkloosheid waren de belang rijkste gevolgen. Ook Goes ontkwam niet aan de algehele malaise in 1918, "het jaar van toe nemende, ongekende distributie en rantsoeneering". In het gemeentelijk jaarverslag over 1918 lezen we verder: "De oorlog bereikte zijn toppunt, de aanvoeren bleven schier geheel achterwege en de Regeering zag zich genoodzaakt zoo ongeveer alles te moeten rantsoeneeren, om te waken dat de honger niet de overhand kreeg" (1). Om de ergste sociale noden enigszins te lenigen had de gemeente in 1917 besloten tot de oprichting van een centrale keuken, waar de mensen tegen lage prijs een portie karnemelksepap of erwtensoep konden afhalen (2). Commissies werden ingesteld om zorg te dragen voor een eerlijke verdeling van de schaarse goederen. Al deze instel lingen draaiden samen met de plaatselijke armbesturen gedurende de laatste oorlogsjaren op volle toeren (3). De schaarste aan levensmiddelen had ongetwijfeld een nadelige uitwerking op de gezond heidstoestand der stedelijke bevolking. Deze werd eind 1918 nog verergerd door het uitbreken van de Spaanse griep, overgebracht door militairen die een paar dagen van hun verlof in de stad door brachten. De epidemie eiste in de laatste maanden van het jaar vele slachtoffers (4). Schaarse levensmiddelen en hoge sterftecijfers waren niet de enige problemen waarmee de stad kampte. Van even ernstige aard was de woningnood. Ook hier deed de invloed van de oorlog zich gelden. Particuliere aannemers, afgeschrikt door de hoge materiaalprijzen, staakten grotendeels de bouwactiviteiten "en als gevolg daarvan is de woningnood een volksramp geworden" verzuchtte het gemeentebestuur (5). Ook het armbestuur had reeds een jaar eerder opgemerkt, "dat de Woning-nood alhier steeds groter wordt: meerdere personen staan op punt uit hunne woning te 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1985 | | pagina 95