ARCHELOGISCH ONDERZOEK VAN DE DUIVELSBERG TE KAPELLE, ZUID-BEVELAND Zeker bij een zo gering aantal kleine scherven als van de Duivelsberg is een nadere datering op grond van de bestaande literatuur niet mogelijk. Voor het Pingsdorfaardewerk zijn we nog steeds aangewezen op de uitstekende studie van Bruin over het aardewerk uit de pottenbakkersovens in Zuid-Limburg. Voor het aangrenzende Duitse gebied ontbreekt een dergelijke studie (16). Het Andenne-aardewerk is voornamelijk bestudeerd door Borremans en Warginaire (17). Voorlopig kun nen we een datering aanhouden van 12de eeuw. Afb. 7 Aardewerk uit spoor afb. 5, 5. Schaal 1 4. Tekening E.M.C. Koot (ROB). Het aardewerk uit de gracht en de kuil bestaat grotendeels uit roodgebakken aardewerk met ioodgla- zuur en wat steengoed. De meest sprekende fragmenten zijn te dateren in de 15de eeuw (afb. 7). Interpretatie. De oudste bewoning op het onderzochte terrein vond plaats op een langs natuurlijke weg gevormde geulafzetting. Deze geulafzetting maakt deel uit van het grote geulsysteem waarop Kapelle ligt (afb. 1). Vrij spoedig daarna wordt een vliedberg opgeworpen tegen het waarschijnlijk uit het noorden opdringende water. In de onmiddellijke nabijheid van de berg wordt een greppelsysteem aangelegd waarvan de omvang groter is dan het opgravingsterrein. Langs archeologische weg is deze fase niet nauwkeuriger te dateren dan omstreeks de 12de eeuw. Mogelijk kan in de nabije toekomst een detailstudie van reeds opgegraven aardewerkcomplexen uit vliedbergen en nederzettingsterreinen ons nauwkeuriger dateringscriteria verschaffen. Het opwerpen van de terp komt goed overeen met de historische gegevens omtrent de aanleg van de Braanjendijk even ten noorden van de opgraving als verweer tegen de grote vloed van 1134 (afb. 1, legenda-eenheid 3). De bewoning op de terp zal hebben bestaan uit een kleine boerenhoeve of een wijkplaats voor mens en vee bij hoog water (18). Doordat een deel van het aangrenzende terrein kon worden onderzocht is duidelijk geworden dat de berg in de 12de eeuw niet geïsoleerd lag. De omvang en aard kon helaas niet worden bepaald. 123

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1986 | | pagina 125