noa
VOLKSHUISVESTING IN GOES. 1860-1940
enige aandacht besteedde aan de plaatselijke woonsituatie. Was het met de huisvesting van vele
middenstanders al niet best gesteld, die van het gros der arbeiders was zo mogelijk nog slechter.
Overbevolking en zeer slechte hygiënische omstandigheden waren de meest nijpende problemen die
hij constateerde (7). Hoewel Broes van Dort gematigd was in zijn kritiek op deze situatie en het
invoeren van verbeteringen in zijn ogen „aan den particulieren ondernemersgeest kan worden over
gelaten", verweet hij het stadsbestuur in milde bewoordingen toch een zekere laksheid op het terrein
van de volkswoningbouw (8).
De advokaat M. J. de Witt Hamer, een sociaal bewogen liberaal, gaf de weg aan waarlangs volgens
hem het probleem van de slechte huisvesting kon worden opgelost: de arbeiders dienden zelf het
initiatief te nemen tot het oprichten van een vereniging, die zich daadwerkelijk zou inzetten voor
de bouw van arbeiderswoningen (9). Van een in november 1866 door hem verzorgde lezing moet
zo'n grote overtuigingskracht zijn uitgegaan, dat een groepje arbeiders het jaar daarop besloot tot
de oprichting van een arbeidersvereniging, die pas in oktober 1871 onder de naam „Help U zeiven
door en voor arbeiders" als rechtspersoon werd erkend(lO). De vereniging wilde huisjes bouwen,
die na enige tijd verhuurd te zijn geweest eigendom der leden konden worden. Op deze wijze zou
de arbeider zich niet alleen verzekeren van een redelijke woning, maar tevens zou zijn spaarzaam
heid worden bevorderd (11). Enige vooruitstrevende liberalen, sterk vertegenwoordigd in de in 1867
opgerichte „Vereniging voor Volksbelangen", hadden overigens in augustus 1871 ook een plan voor
arbeiderswoningbouw uitgewerkt. Over de vraag op welke groep arbeiders men zich zou moeten
richten waren de meningen evenwel verdeeld. Sommige leden meenden dat gebouwd moest worden
„voor meer gegoede arbeiders en niet voor de meest behoeftigen"anderen daarentegen stelden
,dat juist de armste ingezetenen geholpen worden door betere woningen". Na veel wikken en wegen
besloot de vereniging, waartoe ook de reeds genoemde De Witt Hamer behoorde, „dat er gebouwd
zal worden voor eene klasse van personen, die in staat zijn eene wekelijksche huurprijs van f 1,25
te betalen, terwijl de eigendomsverkrijging facultatief zal zijn". Het bleef echter bij goede voor
nemens. Reeds driejaar later leek de vereniging de moed te hebben opgegeven: gebrek aan geschikt
bouwterrein werd als oorzaak van het eigen falen aangevoerd (12). Bij „Help U zeiven" bleef het
echter niet bij woorden. In 1872 werd begonnen met de bouw van een viertal huisjes aan de Van
de Spiegelstraat (13). De woningen waren betrekkelijk klein en eenvoudig, zoals uit onderstaande
tekening blijkt:
Dit ontwerp voor een viertal arbeiderswoningen aan de Van de Spiegelstraat dateert uit 1872 en is gemaakt in opdracht van de
vereniging „Help U zeiven". In de loop van de negentiende eeuw zouden nog meer van dit soort huisjes gebouwd worden, o.a.
aan de Heemisseweg (Bron: Archief gemeente, correspondentie 1872, nr. 230).
23