L.M. HOLLESTELLE LMz. zich wel het recht toe om "indien het I. Broekert mocht gelusten wederom eenigen afbraak te begin nen, daar tegen zodanige rechtmiddel te employeren, als hij zal vermenen te behooren". (46) Op 19 augustus werd de zaak van Vervenne en Vadde door de Vierschaar van 's-Heer Hendrikskin deren in behandeling genomen. De advocaat van Cornelis Vervenne, Lankhorst, verklaarde "con form de waarheid" dat Sebastiaan Vadde tegen Vervenne en de Broekert had gezegd dat schout en schepenen op 31 juli aan de gerechtsbode hadden opgedragen dat deze aan hen moest doorgeven dat ze met de sloop moesten ophouden tot de tijd dat het (tweede) huurcontract afliep en als ze dat niet zouden doen, dat zij dan moesten opdraaien voor Vadde's gederfde inkomsten. Maar schout en schepenen verklaarden dat zij dat helemaal niet aan de gerechtsbode opgedragen hadden! Ook waren zij van mening dat Vervenne geen tweede huurcontract was aangegaan met Vadde. Deze laatste werd dan ook veroordeeld om zijn deel van de kosten van de rechtszaak te betalen en het kasteel en de omliggende landen te ontruimen.(47) "Dit zware fraaie kasteel "(48) Verschillende afbeeldingen laten ons zien hoe het kasteel van 's-Heer Hendrikskinderen er uit heeft gezien. Allereerst hebben we de kaarten, waarop het kasteel is weergegeven in zijn omgeving. Twee Hattinga's, D.W.C. en W.T., hebben in de achttiende eeuw op hun kaarten van Zuid-Beveland het kasteel (over)getekend ten noorden van het dorp 's-Heer Hendrikskinderen. De ligging van het kasteel is zuid-west - noord-oost. Het ligt tegen de dijk waarachter de Goese Polder is gelegen (afb. 9).(49) De afbeeldingen van het kasteel van dichterbij zijn uiteraard interessanter. Zo hebben we Detail van de kaart van W.T. Hattinga: in Atlas van Zeeland, uitgegeven door I. Tirion, 1753. 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1986 | | pagina 66