MR. M.J. DE WITT HAMER, SOCIAAL, RADICAAL EN LIBERAAL, BOUWSTENEN VOOR EEN BIOGRAFIE van een regentenfamilie, en kreeg de daarop afgestemde opvoeding. In zijn kinderjaren speelde hij met zijn neefje Albert Willem van Renterghem, de latere Europese reus op het gebied van de psychoanalyse en hypnose. Tussen beide was sprake van een levenslange vriendschap. Zij bezoch ten elkaar regelmatig. De Witt Hamer verdedigde Van Renterghem in 1882 toen de laatste door de Goese collega's was aangeklaagd in verband met het onbevoegd bereiden van geneesmiddelen (9). Ook toen Van Renterghem zich buiten de provincie gevestigd had bleef het contact intensief. De jonge De Witt Hamer ging in 1862 rechten studeren aan de rijksuniversiteit te Leiden. Hij werd lid van de studentenvereniging Non Sordent In Undis, waar vooral Zeeuwse studenten lid van waren (10). Dankzij Multatuli, die in 1860 zijn Max Havelaar publiceerde en in deze tijd van industriële en ideologische omwentelingen op velerlei gebied, werd er druk gediscussieerd in de studentenvereniging. In deze tijd moet De Witt Hamer gevormd zijn in zijn links-liberale opvattin gen, en zijn politieke en sociale grondkeuzen bepaald hebben. Hij ontmoette hier onder andere de liberaal en zijn latere stadsgenoot A.P. Fokker en de liberaal jhr. H.B. van Tets, met wie hij vriendschappelijke betrekkingen onderhield. Op 23 maart 1866 promoveerde hij tot doctor in de beide rechten; zijn dissertatie trok sterk de aandacht en wordt beschouwd als de eerste publicatie op het gebied van de coöperatieve arbeidsverenigingen in Nederland. De titel luidde "De arbei ders vereenigingen"; De Witt Hamer promoveerde bij prof. dr. S. Vissering. In het proefschrift baseerde hij zich op de ontwikkelingen in Duitsland, en op de ideeën van de Duitse econoom en liberaal F.H. Schulze Delitzsch, die beschouwd wordt als grondlegger van de bedrijfscoöperaties (inkoop-, verkoop- en voorschotverenigingen voor handwerkers). Wij zullen hierop nog uitgebreid terugkomen in paragraaf 6, waar we nader op de ideeën en de persoon van De Witt Hamer zullen ingaan. De pas afgestudeerde vestigde zich als advocaat te Goes en liet nog in hetzelfde jaar van zijn promotie een publicatie verschijnen (11). Aan zijn bezigheden te Goes in de periode 1866-1877 zal een aparte paragraaf gewijd worden. Wel vermelden we uit deze periode zijn reizen naar Egypte (12) en Rusland (13), respectievelijk in 1869 en 1872. Op deze plaats gaan we ook in op zijn maatschappelijke loopbaan te Goes, van 1866-1877. Zoals eer der vermeld vestigde De Witt Hamer zich in augustus 1866 als advocaat te Goes. Hij hield kantoor in de Ganzepoortstraat nr 10a (14). In de Goesche Courant treffen we regelmatig berichten aan die op een drukke praktijk wijzen. In 1871 werd hij procureur bij de arrondissementsrechtbank (15). Een jaar eerder werd hij al vermeld als leraar aan de HBS te Goes, waaraan hij een viertal vakken doceerde, namelijk staathuishoudkunde, staatsinrichting, statistiek en boekhouden (16). Vanuit deze betrekking fungeerde hij als lid van de commissie eindexamens HBSen in Zeeland. In zijn functie als advocaat en procureur aan de arrondissementsrechtbank ontmoette hij onder andere jhr. mr. J.J. Pompe van Meerdervoort, mr. J.A. van Hoek en mr. J.P.H. la Grappe Dominicus. Confrères waren behalve zijn broers en vader mr. J.H. de Laat de Kanter, mr. M.P. Blaaubeen en mr. C.P. Lenshoek. In 1875 werd hij benoemd tot plaatsvervangend kantonrechter, welke functie hij vervulde tot 1877 (17). Op 8 mei 1877 ging hij met zijn broer Jan Gerard een associatie aan, waarin afgesproken werd dat zijn broer kantoor zou houden te Goes en Michiel in Middelburg (18). Ook op economisch vlak ontplooide De Witt Hamer enige activiteiten. Hij was de eerste die te Goes een petroleumhandel oprichtte (19). In januari van 1872 richtte hij samen met mr. J.P.H. la Grappe Dominicus de petroleumhandel Dominicus en De Witt Hamer op; de maat schappij zetelde aan de Opril Grote Markt en telde een viertal agentschappen (20). Wat er na 1877, na het vertrek van zowel De Witt Hamer als Dominicus van deze firma geworden is, is onbekend. 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1986 | | pagina 75